
I:, i
1 - I ‘
■■; S I . ' - » . H »
à il 1
A
F '!í
I I I
.M
I ’IF
ll
u .
I
I .(ji
* '
«■ *I? -*I• ■
te!
l ; î
ming in het Hart gelukkig doen- volbren-
gen ------ Dit is in myn oog eene Wysheid
zonder weergaê. -
,V . Ook in’ hét myne! Dan, wat verändert
toch de witte SpysDppen zo ilerk ?
Hoe krygt ■ het b l o e d zyne fchoone roode
Koleur ? " ,
: A. Hoe onze witte Spysfappen , als Melk ,
W^ater , en andere lyitte Dranken deeze roo-
\de Koleùr , door de bewerking van Aet
Lichaam, krygen, kunnen w y met alle onze
wysheid nies'voldoende verklaaren.
vV. Hoedanig is dit Bloed. ?
A. Een heroemd Vaderlander heeft ontdekt
, dat het Bloed uit ronde bolletjes ,
dryvende in wey , beftaat, en dat elk bol-
letje vyfentwintig-duizendmaal Adtiner is dan
de klcenfte zandkorrel. -Gy kunt ze met een
goed Microscoop in den ftaart van * een
■Vischje zien voortloopen. Onlangs heeft iemant
g e z e g d , dat ze plat zyn.
V . Zouden ze niet beiden de waarheid
' zeggen'? " ' - .H " ’
A .. Onderzoek , o f ze niet »veerkragtig
zyn , dat i s e i g e n l y k rond , doch indruk-
baar ; als ook , o f ze niet rond zyn , wanneer
ze in de groote v a ten , met veel wey
vermengd , ftroomen , maar ovaal- o f plat-
agtig , 'z o dra ze weinig o f geene wey by
zieh hebben. Beproef hierin uw vermögen.
" V . Gy
V. Gy hebt my ge2egd , dat het Hart het-
bloed in de Long ftort , en hetzelve van
daar weér terug ontvangt : verklaar my , eer
ik dit v e rg e e t, wat de l o n g is. '
. A. Ik heb Ü gezegd , dat de Lucht ,
door haare zw aarte , eerst door den Neus
en den Mond , dringt, in de opening van
het Strottenhoofd, dat agter den wortel
der Tong en het opftaande Strotklapje veilig
geplaatst is ; en voorts overgaat in de„
Strot- o f Luchtpyp , die nederdaalt naar de
B o r s t , een weinig vóór de .Slokbuis ter regter
zyde geplaatst zynde , door zyn kraakbeenig
maakfel altyd openftaande , . en ein-
digende- in de Longen ter wederzydenq in
welken deeze Pyp zieh verdeck , gelyk een
Boom zyne wortels , in veele kleinere Pyp-
jes, . . welken tot in de uiterfte deelen der
Longe voortloopen. Deeze' kleine Luchtpyp-
jes eindigen in zo veele kleine Blaasjes , die
de voornaame zelfftandigheid der Longen uitmaaken
,.. en geen gemeenfchap met elkander
fchynen te hebben“, in welken de Lucht
.door. , de gemelde Pypjes by het ademhaalen
valt , die opblaast , en. door den zelfden
weg weer terug keert by. de uitademing.
Tusfchen deeze Luchtpypjes en Blaasjes loopen
eene ontelbaare menigte kleine Slaga-
dertjes, komende-uit de Slagader van de
regter Hartkamer , welken , na rondom door
X 3 d i t
i f ft
"j : ' i
■ ' I" ;* ’
I- ’
" HXii
* 'ti-
‘ Î H, F
4 7 I I I
I r f I ' Í
‘ ‘ i -tei