
Ö
zelven genoeg is! Zodanig onderzoek zai
toch oefening .verfchaifen voor veele werk-
zaame Vermögens van nwen Geest. Uw .Ver*
ilaird, een kostelyk T a le n t , van God U op
woeker toevertrouwd , zal uitgezct veri,
groot en verbeterd worden ,■ en , als het U
we l gaat , als Hy U z e g en t , als gy een
wys en deugdzaam Hart hebt. . . .
V . Wa t dan, • als ik zulk een Hart heb ?
A. Dan zal uw V erilan d, ziende in cfe
groote Schepping de uitmuntendfte Volmaakt-
heden , naar Gods oneindig Verftand worden
gefchikt , en uw W i l , ontdekkende ^ in
alles deszelfs alleen besten W i l , zal. ge-
vormd worden te f vervullinge van de edel-
ile oogmerken uwes Selieppers , en ter
beoefening - van waare liefd^ jegens, U zel-
-ven, en aridere. Menfchen.
V . En a k ik d an , verbeven boven de laa-i
ge denkwyze van v ee len, denk^.ea w il, get.
3yk myn S eh ep p er, wat zal ik daaruit moete
n bellu iten ? - -
. A. Gy z u l t , d,e geheele ge(chaapen’ Wae-
te ld by Ü zelvefi.'vergelykeride’,: eh die zq
•veel minder dan gy z y t bevindende, moete
n befluiten , 'Rat uw Formeerder D gefchikt
heeft to t eene gelukzaligheid,, hoo-
■gef en duurzaamer dan die der Dieren,
V. Welke nuttigheid zal my zul'ke BefchQHwiri,
g verder geeven ?
A, Gy
A. 1, G y zult ook onderviftden , ' dat' uwe
‘bieuwsgierighekl , : eft liefde voor db waaD
h e id , VÖ01- al wat grootsch,. fchobfi'eh
verwonderlyk'is, zeer dpge'Wdkt en begum
ftigd .za l worden. ' m '
V . Zal my -die KenniT Verho'ogen ? ■ -
A. Ja ! z y zal Ü in'- een’ ' zekeren zin
verhoogen ;' rriaar-ocfk, ten 'zelfden tyde, zeer
vernederen. .■
V . Vernederen ! .wat zegt gy ?
A. Ja vernederen ! — ' Eerie grondige
Kennis der' 'Natüur zal de ' aängeböoren’ vert-
waandheid en hoog-moed uwer Ziel ontdek-
ken en befpotten; gy zült uwe doolingeri' i
uwe onliunde, 'en de bepaaldheid uwfer Vermögens
leeren z ie n : dk alles. zal ü vefne-
deren het welk eenen nyttigen invloed-zäl
hebben op den besten Godsdienst, dien gy
b e ly d t : want zo g y van duizCnd dingen in
de Natuur zu lt möeten -zeggen: ik verftaa
ze n ie t! hoe veel meer zult gy deeze bräa-
ve erkentenis moeten doen’ van veele Veri
borgenheden des edelen Geloofs-.
- V . Gy fprefekt van den Godsdienst, zeg
my , hebben dan de verftandigSe Mannen ,
die het meest voor' den Godsdienst geyverd
hebben;, zieh opgehoudeh'; rhef de Kennis
der Natuur,. en die zelfs' aarigepreezen'f
A. H o e !' weet g y niet, - wat möse^j job^
D A V ID , j e s ä i a b , en andere heilige Manneh
A 4 daarin
mm