
! *','1
4 -I"
I l|j
i
I
1 '
I
ii W «
'ii I >
i a g O N W E D E R ;
geweldiger Voor het gevoel , en nuttigef
voor de Waereld. ------ Als er een Onwedr
opkomt, wanneer ik aan myn werk
ben , werp ik alles ter nedr, om het te
hooren en. te zien , hoe gemeen anders dac
Verfchynfei moge zyn. Luisterde de heilige
Dichter er ook niet na , toen hy z o n g ; de
God der eeren dondert. Pf. X X IX . ,3 - = o f ''’iJ
h y , dat w y het niet zuilen opmerken ? Ik
hoor en zie het nooit dan met groote eerbied
, diepe verwondering , en met een nederig
vermaak , zonder dwaaze yrees ; doch
met eenen billyken fchroom , als het zeer
geweldig i s , en deeze zegen in een oordeel
verändert wordt;
V; Hoe veel yerfehilt gy hierin van andere
Menfchen ?
A; Zo v e e l moet gy er ook van verfchil-'
len ! ------ Eene heldere Straal , nu zilver
wit , dan ro o d , te zien in eene z;w^rte
L u c h t , fchielyk uitbarstende, in allerleie
rigtingen naar b o v en , naar beneden,, naar
alle zyden voortvJiegende, veeltyds flangs*
■wyze met verfcheiden’ hoeken, en eindigen-
de in-eenen grooten S la g , . die dikwils veel-
maalen te ru g . gekaatst w o rd t , en ten laat*
iten , zieh in de verre Wolken fchynt te
v e rlie zen , is waarlyk een fchoon Gezigt i
Ik verklaar . U , dat ik hetzelye met eeii
inwendig ftiL vermaak over de Grootheid
van
O N W E D E R . 129
van H em , die dondert, nederig aanfchouw.
V. Waaruit ontilaat dit verwonderlyk Ver--
fchynfel ?
A. Uit Brandftoffen, opgefteegen uit de
Aarde in de h o o g te , welken in den Win-
, t e r , wegens den hai-den geilooten korst des
gronds, gelyk ook in den Zomer , by eenen
Hoordewind, die het opftygen van die ftof-
fen b e le t , weinig in de lucht opgaan ; des
men dan zeldzaam van Onwedren, in ons
Vaderland, hoort. Maar waaien er Zuide o f
Zuidweste Winden , die , de Aarde ope-
nende en losmaakende, veele Blixemftoffen
doen opvliegen , zo raaken deezen fpoedig
in brand, en w y hebben fchielyk en veel
Onweder met die Winden. D e geleerde
FRANKLIN fchryft alleen het Onwedr aap eene
Eleftrieke ftoffe in de Wolken , en niet
aan de uitwaasfemingen der Aarde , toe.
V . W a t is b l i x e m ?
- A. Opgeklommen’ olie- zwavel- en falpe-
teragtige Dampen , geeleftrifeerd, zyn oorzaak
van den Blixem, die er de vonk van
i s ; o f anders gezegd , de Blixem is niet
anders dan een fterk geeledtrifeerd Vuur.
G y zult dit verftaan , als ik U zegghn zal-,
wat Eleftriciteit is.
V. Waarom befluit gy dit ?
A. Om dat de Blixem en de Eleilriciteit
een even fchielyk Licht geeven, van de-
I. DEEL, J: zelfde
I ' I'M 'ft 14
M -;,ft
I'
iii i