
TT
deiiyke Eenvoudigheid in het werktniglyke.
V . Hoe veele fchoone Woorden zyn deezei
A, En egter geea enkel W o o rd , fchooper
dan, de zaak zelve is ! Meer zaaken dan
wQorden -zal ik: U toonen. : j x -
' V . Ik verlang naar de uitlegging van
zulke Wonderfpreuken,
A. V ö o ra f wil ik, U wel iets daarvan ^pg->
gen ; doch ajle dpezg ppgenoemde dingen zal
ik U , in myn Qnderwys over de ggheele
Sehepping, vag.ftnk, tot ftu k , aaptooiren.,
.y.. Van deezp uwe goedwilligheid dan
gebruik .paakende, gun my de vrylieid,
em U; een bewys te moogen vraagen,
dat Gods Werken eenvoudig zyn ?
'.A . De Eenvoudigheid o f den vasten fiel-
regel , dat God geen nuttelpozen omilag
in de Schepping gemaakt heeft , o f noch
maakt ; dat .Hy zuinig is , pm zo te
fpreeken, in de middelen, doch yruchtbaar
in .den uitilag.der dingen,], kan ik bew jze ir
uit een Zaadje, . uit den Koorngraantj,e.
W a t kan men zieh eenvoudiger dan hetzel-
VD y o o r f t e l l e n e n hoe uitneemend zyn
egter de gevolgeh.!., E.bn korrel Gierst heefj;
men , in ons Vaderland, driediäzend en vier
hofiierd. Z^a^en zHn leveren j en, veelen te
zamen vopdph-.mMämßn Menfchen. . ; . . . i,
V ., Gy izegt,;: Gods/Werken , zyn groötschb
; ,A,., Ja I ,E jt: is , jsts, .öouter ., .groo.tfqber.
en meessterlyker , zelfs in de ruuwe en,
onbefchaafde brokken der • Natuur , dan in
de Tekeningeh van het keurigfte Pengeel ^
dan, in ■ de geestigfte trekken en in A e,
fraaiite fieraaden det Konst. Befchouw;
alleen het Blad van eenen Boom.
V. Gy voert ook aan , dat z e volmaakt
zyn. ’ ' '
■ A. Dit zeggende, heb ik niet te llout
'gefprooken ! Er vertoont zieh in alles
eene allengskens , van foort tot fo o r t , op-
klimmende Volmaaktheid , itygende de
eene foort boven de andere met zagte en
langzaame fchreeden. Men vindt dus een©
geduurige betrekking tuslthen alle deelen
der wyde • Scheppinge , waardoor- het -
kleinfte met het grootfte , , de. Mensch en
de Zandkorrel , word^ zamengevoegd.
V. Is dan alles edn Keten ?
A. Juist - zo ! Het Heeläl is niet meer
dan den Werkftuk 'van Gods Magt eo'
W y sh e id : de eene trap w o rd t, al gaande,
völrtjaakter • dan ' de andere , en met by--'
voegfels vernieerderd , om ons van heri
öenvoudigfte • tot het meer' zamengeitelde'
Werk van ohzen -Maaker -'-bp te ■ leiden.
V . Ik heb u: hböfen’ beweeren de Be-
itendigheid'der'Naiiiur ? " , '
A. Gy hebt geen ongelykf'l Geen gemee-
c e Schoonheidi onder de -gefchaapen’ din-
' getf