
A
iU í
fii te
Mi'Tt
i.T i
¡f j'''
í i ; ¡ J i
S52 G É R E G E X D E O P V O L G i n G.
fchoone gedaante van ons Lichaam niet aí-
leen vbrliezen, maar er ook veel by ly den.
zouden. Wa t zou h e t , by voorbeeld,
wanítallig zyn , en hoe geweldig ons» hinderen
, indien één onzer Armen eens zo
lang clan de ander, o f ’ t één Been de helft
korter dan het ander groeide ! De Orde
van uitwasfen in ons Lichaam b ly ft derhalven
eene ftoffe van diepe verwondering,
een uitfteekend bewys eener Godlyke Goed-
iieid jegens ons. . / . .
V . Dan , wat heeft de Mensch, zo lang-
Eaam groeiende, niet al n o o dig , eer hy
tot den volwasfen ftaat komt ?
A. En welk een Ovei-vloed van alies is
e r , om hem alie klagten over gebrek te
benecmen ! Eene tallooze menigte van onderfcheiden
voEDSEL in alie jaarfaifoenen,
Spyfen naar elks keur en fmaak, wyl de
fmaaken der Menfchen zo zeer verfchillen ,
bieden zieh overal aan. - — E n , op dat
alies niet te gelyk kome , levert de Herfst
(om nu alleenlyk by de Voortbrengfels van
ons Vaderland te blyven) eenen ongelooflyk
grooten voorraad van goudgeele Graanen,
Appelen en Peeren, eene menigte van mal-
fche Haazen , van aangenaame Patryzen ,
v a n le k k e r e . Sneppcn , en van vette Ganzen
; millioenen van wél voedende Aardäp-
pelen en Knollen ; van Wortelen en K o o l ;
va®
J ' '
V A N V O ,E D
Van vette Slagtbeesten, doorvoede Varkens ,
en malfche Schaapen. — —' De Winter bezorgt
ons Veldfala, veele foorten van K o o ! ,
wilde Eendvogels , en allerlei Zeevisch , om,
by den opgelegden en nu vcrminderenden
voorraad van den Plerfst , telkens eeige aangenaame
verandering en byvoegfel te hebben.
------ En terwyl , by het ingezouten
Vleesch , van tyd tot tyd Schaapen geflagt
worden , komen de Lainineren en de jonge
K a lv en , gaande w e g , aan , met de eerfte
Groente in de Lente. De vroege Latuw vei-
vangt dan onze Veldfala ; de Spenagie ver-
vangt de Broccoli en de Spruitkool , tot dat
er eene grooter verfcheidenheid van Groenten
aankomt, die , nevens de lekkere Mayboter ,
eene voedende en openende kragt hebbende,
alle Lichaams verftoppingen, door het ftil
zittend Winterleven veroorzaakt , los maaken
, en de gedreigde ziekten afvi'cnden. -----
Intusfchen lokt ons het dartelend Vischj'e
naar de heldere Stroomen , waar we den
hengel o f het net gebruiken , ,^om onze tafel
met dc edele geregten der Wateren te voof-
zien : en , wanneer z y a l , in den teeltyd,
min ten fpyze dienen, en wy met zulke
vangftcn onze Rivieren nadeel zouden to e brengen
, komen eenige Zeevisfchen onze
Stroomen opzwemmen, om dit gebrek te
en ons andere .geregten te be-
Z / zorvergoeden,
I. DEEL,
v:
hx!
ii! h ^
' if
■ f