
N E U W.
kyn de twaalf laatfte SiiccuwfiguuTen,
Zutphen , op den vierden en vyfden
des jaars 1777 , by gunftig weder ,
en Tuin, heb kunnen waarneemen ;
Wind of Dooiweder fmelten , o f
I ze irleen. Daarom zyn ze niet tc
de groote viokken, die uit hon-
meer zulke Figuuren zyn zamenge-
[ak vallen er niet altyd fraaien. Wan-’
c^vcl vallen, gelyk op de morgens -
I twee gezegde dagen , en gy de konst
waar te neemen wilt leeren ; gaa
de open’ lucht ftaan ; vang ze , niet
of andere harde dingen , want dan
, of fmelten de tedere punten;
eem een lap zwart Satyn ; laat het
oud worden in de lucht , en dan dc
daarop neérkomen ; houdt er uwen
adem van a f , zo ver mogelyk i s ,
tedere punten fmelten ligtlyk ;, en ,
look de warme uitwaasfemingen uwer
van a f te keeren , zo fteek een
I fteeltje aan uw Vergrootglas ■, met
gy ze wilt bezien : dan , beloof ik
lit gy deeze verwonderlyke Schoonhe-
In wie w e e t, hoe veel meer andere
llende Figuuren , die geen Menschlyk
lit ontdekte, befchouwen,, zo als ik
Ten, e n op dit papier, vergroot, on-
In oog, op eenen zwarten grond, heb
I tekenen. V. Van
STcAxc- xpxP-e ¿ixiíA. QjAicxinfliyuuivx, iT, -¿c
ßcn viexJcn cx /¡ym aiyxxn-jx/Z, M f-'ixty
■vtdcr, luin. Aci kunzfe/i, waarneemen . ¿¿