
; ,(
/ i(':Î4F;!i -î'; ■' ' ■* i if ; I i l J -
J4 ‘ 0
b It
Ici
! ^ 7 1 f t
'*¥ )' i’ ril ti* 'i h 5 '"'®.;.
:|Fl[tviL;i i l
F /. 1 5 '
306 ■ V : 0 E T . E NF
zend verfchillende Schriften, hoewel nage-
volgd naar hec gefchreeven voorbeeld van
dezelfde Vingeren ; want hoe groot zou het
bedrog in de waereld zyn , fchrecven alle
Menfchen het zelfde Schrift 1 Verklaar my
hoe dit bykomt ? En kunt gy flit niet , merk
er eene. hooge Voorzienigheid in op , die dit
ten'onzen nutte zo gewild heeft. — —’ Spitze
. Vingers , alle andere Lichaamsdeelen en
trekken in evenredigheid wél gefteld zynde ,
beloQven U i n ‘ eene jonge Juft'er , met den
ty 'd , eene keurige Börduurfter , _ in eenen
Jdngeling eenen grooten Konftenaar : bolle
Kneukels tekenen U eenen Lompcrc uit.
' V. Deeze drie laatfte trekken doen my aan
u w ; gezegde van p o r t a en l a v a t e r gedenken
1 Het eerfte , het geen ik nooit te vooren
vermoed heb , verbaast my geheel, ------
„ Vingers, edele Vingers 1 Konstftukken van
J, mynen Godlyken Maaker ! gy zult my
. „ ' v an deszelfs Wysheid overreeden , wan-
„ neer alle Schepfelen daarvan zwygen
mogten! Nlmmer mlsbruike myne dwaas-
„ heid zulke fchoone gewrogten tot misdaa-
„ dige werken ! ”
A. Deeze uwe korte verrukking ■ ftigt m y !
Daalen w y nu a f van de Handen en ' Vingeren
tot de VOETEN , welken ook uwer opmerking
reeds lang waardig. waren, . om de
menigvuldige dienften, die z y -U beweezea
V 0 E T E N. 307*.
Aeb'ben.- G y zult niCt te veel zeggen;
wanneer g y ' , de zamenvoeging. van 1 zo'
veele Beentjes, zo vast ' en konftig door'
gewrigten aan. elkander g evo egd , en met
zo fterke handen' voorzien , befchöüwende ,
den^ VOET noemt een allerftevigst en netst
Grondftel , oneindig verheven boven al Wat
d e - Konst kan maaken , . . gefchikt om het
Lichaam in. allerleie buigingen te , plaatzen
en te brengen , waar het wil zyn. -*— Hec
onderfte des Voets „is beflagen met eene
vaste Z-ool ,- deels om dat w y op eene vas-'
te harde Aarde' moeten gaan , deels om de
daarondef fchuiiende aders ; zenuwen :en'
vooral de p eezen, dat is , de uiteinden der
Spieren' , die in de holte des voets , even mis
in die des hands, zeer konftig löggön en in-'
gehegt z y n , te bewaaren' tegens de onmaati-'
ge drukking,. als wy ftaan* o f :lang moeten
gaan. —— De Voet is in het midden hoi ,-
flat ons veel vaster op de Beenen maakt. —
Het onderfte van den Hiel is bezet met eene
harde taaie' zelfftandigheid , om dat de Voet .
o f liever de geheele zwaarte des Lichaams
het eerfte daarop ncderkomt met eene ge*
weldige drukking, die geen zagt vleesch y
doorzaald met teere v a ten , zou kUnnen uit--'
ftaan.- ------ Deeze Zool vcrftyt nlmmer y
6n behoeft dus niet herfteld o f onderhöüd^if
¿e frorden y nadien ze altyd bekwaam mfleh
Y ' z zyn y
V F
4 '
v;.-i
l l
J! f