
L * I % ft
1 1 ■;
f ä I / I f ' ] ! II '‘.!. rt- 't,’
ft.;:, 7
Í " I ,:'4
I '
f, ' ‘/ r f ..
Ï III
il - / I ' X * : !
m :■/}: f t . ;■ F ' ' IS
h i F 5 'F . . 4 híÍFi^S
F üí « vT;;,,a
N
ker z y , om dat de beroemde c amp e r onlangs
ontdekt h e e f t , dat die Merg in de
Beenderen van alle Vogelen niet gevonden
vv,ordt. ------ Voorts-zyn ze h o i , om te ligter
te weezen ------ met kruiswyze daarin
geplaatfte beenvezelen , om meer fterkte te
hebben, en vooral om ’ t weeke merg te
onderfteunen en op te houden ------ bekleed
van buiten met een V lie s , deels om niet
bloot te ftaan voor nadeelige wryvingen en
fchuuringen ; deels om te dienen voor de
inplanting der fpieren, peezen en banden -----
breeder aan de einden dan in het midden ,
om des te vaster aan elkanderen te kunnen
gevoegd worden , en niet ligtlyk uit de
plaats te verftuiken ------ met eene merkwaardige
geleding ; w a n t , als twee Beenderen
vereenigd worden , is het een keurig
gerond, en zeer aartig omzet met een glad
bekleedfel: het ander daarentegen is hoi uit-
gegraaven, op dat het eerfte daarin net
pasfe ; wordende beiden door vogtloozende
Klieren telkens glibberig gemaakt, om eene
vaardige omdraaing in de holilgheid te hebben
, en de afflytende fchuuring , verhitting,
en de daaruit te verwag'ten’ fmerten te voorkoinen
: welk Ioozen van Vogt weinig is ,
wanneer de Beenderen in rust z y n , werdende
dan dat kostbaar Vogt tot eene be-
£er gelegenheid, in de Klieren , de gewoone
voorvoorraadkamers,
bewaard: doch wordt er
veel werks door de gewrigten o f door fterke
Lichaams buigingen gedaan ; dan. worden
de Klieren fterk gedrukt, om. meer Vogts
dan naar gewoonte te Ioozen, en de beweeging
gemakkelyker voor ons te maaken.
Reken alle deeze fraaiheden nu eens na !
V. Welk een keurig beleid! ik erken h e t ,
zelfs in de Beenderen !
A. Om dat de aandagt der oude Wyzen-
daarop reeds gevallen i s , heb ik ze ook
onder uw oog willen brengen. Hoor deeze
. getuigenisfen. Met vel en vleesch kebt gy my
bekleed ; met beenm ook en zenuwen hebt gy:
my zamen gevlogten. Job X: 11. Het merg-
zyner beenderen was bevogtigd. X X I: 24. Hy
zal uwe beenderen vaardig maaken, naamelyk,,
door deeze vogtloozing uit de Klieren.
Jef. LVIII: I I . .
V. Ik heb ü ai meet dan eens van
KRAAKBEEN hooren fpreeken , wat is dat ?
A. Een vast glad lichaam , zagter dan
been cn harder dan vleesch, veerkragtig by
uitftek boven alle deelen van ons lichaam;
dat i s , dat h e t , geboogen o f gedrukt zynde
, zieh telkens in zyne eerfte natuurlyke
geftalte poogt te herftellen. Het bedekt de
einden der Beenderen , gelyk ik Ü zo even ,
zeide, voor affchaving. Het vooffte deel
van den N e u s , de Ooren , het ftrookje van
T 2 het
te«:.'
Kí
« f i t F
í, í*í u i
|í h- o 1 1!
ill 'I '
- t
<(«
i " ■
Ä F i H r î '
- r f'Fi k
t I F I
*
tl".’
n-i'l II
' 4'
k «I
t-il