
f i
i I í
■f ’
os il- ■ ,,
. ' "I
i
V il
11''
i'ii 1/
. » , 'i,
1 ?
j i r ' f t
ri
1^ H! - 'f I' 1 f ft
i ; f t J i - i l i I f./
' i i 1 1 J J * t
Enet zwaare vagten. Onze Veluwe voedt
Byen , en ligter doch malfcher Wolvee.
Groningen en Dreuthe leveren. ook . Straat-
keien enz. ’ t Kost weinig moeite . dit. te
weeten ; doch meer moet het ons, v.erbaa-
z e n , zo veele verfchillende Gronden , in
zulk een kort beftek van Lan d , by 'elkan-
deren te v i n d e n d i e alien zulke „uitmuntende
Voortbrengfelen voor Vec . en Menscli
opieveren. ■
. V. Waarin verfchillen dan de Gronden
der Aarde van elkanderen ?
A . Byha overal is een zo groot Verfchil ,
dat ik hetzelve liever aan - uw onderzoek
wil overlaaten, dan het nu te kort be-
fchryven.
V. Ik verzoek U , my ten I minsten eene
ruuwe fchcts .daarvan te geeven.
A. Ik: ben er genegen toe ! De Gronden
der Aarde beftaan uit. K la i, L e e in , Merg
e l , Zand , D a r y , Veen e n z . uit
E r t z e n , waaruit. men de zes metaalen ,
G o u d , Zilver , K o p e r , Y z e r , Tin en Lood
haalt —— uit Delfftoffen ,, als Z o u t , Zwa-
y e l , enz. — — uit Mynftoffen , als Kwikzil-
v e r , K r y t , Steenkoolen, enz. - — uit Steen
e n , als Marnier, Albaster , Keifteen , Krist
a l , Diamant , A g a a t, M a g n e e t e n z . , ~ —
uit verfteendc dingen , als Zeeàppeien, Schul-
p.en, Dieren , Visfchep InfeCten , Planten,
enz. ------ V. Le-
WAT DE GRONDEN B .VATTCN. 193
V. Leveren ook onze Gronden alle die
dingen ?
A. De meesten ; doch liggen zeer verward
onder elkanderen.
V. Waar door ?
. A. Dit fchynt in ons Vaderland niet door
den Zondvloed , maar , na denzelven , door
Regen , Winden , en Oyerftroomingen veroorzaakt
, en ’t een op ’ t ander opgehoogd
te zyn.
V. Hoe weet men d i t ?
A. Toen men te .Amfterdam eenen Put
wilde maaken in den jaare 1605 , om zoet
water te vinden, en men tweehonderd en
‘tweeendertig Voeten diep gegraaven hadt-, tel-
de men negentien verfchillende Grondlaagen
van Tuinaarde, D a r y , V e e n , Z an d , K la i ,
drooge Aarde , enz. zelfs van Zcefchulpen
op eene diepte van honderd' Y o e ten . In. de
Stad Groningen heeft men, vóór honderd
jaaren, een Schip in den grond onder eene
herberg ontdekt : buiten die Stad twee brokken
van eenen Steen , die ' op één pasten ,
eenige voeten van elkander liggende. In
ft Graaffchap Zutphen heeft men Beenderen
van eenen Kazilot gevonden. De Hunne-
bedden in Groningen en D ren th e, begraaf-
plaatzen van Veldheeren in de tyden der
oude Germaaneij , zyn verbaazende groote
Steenen, door het water van Bergen en.
I. DEEL. N Steeni
L i
f t M Í f
' f t 11 !
I ; I