
V* li I ' I
i»:
maakt dezelve op alles , min o f meer , fterke
persfingen. Een onzer Vaderlandfche Pre-
dikanten , de Hecr k e u g h e n i u s t e , Alem ,
voelde zodanigen , toen , vóór weinige jaaren
, de Blixem, onder zyne Leerreden , in
de Kerk flo e g , en Hem op den Predikftoel
agterover drukte. Hierom verzwaart dikwerf
de Regen na den flag.
V. En welken invloed op de Binnenlucht ?
A. Gy kunt dit gcwaar worden in uwen
Kelder. Door het algemeen als dan in de
-lucht zweevend Zuur hottelt de Melk in
de potten , ’ t geen men best kan beletten
door er fuiker by te doen , die de vette en
wateragtige deelen vereenigt.
V . Waarom treft de Donder zo dikwerf
T o o ren s , Masten van Scheepen , en hooge
jBoomen ?
A. Om dat deezen , als zo veele uitftee-
kende punten , het eleiftriek Vuur uit de
Lucht naar zieh trekken , ’t welk zieh dan
in dezelven ontlast ; even .gelyk men , met
eenen V lie g e r , het Blixemvuur uit de W o lken
naar beneden kan afleiden.
V. Waar trekken de Onweérsbuien in
ons Vaderland meest heen ?
A. Naar de groote Rivieren , en naar de
Zuiderzee, om dat het elefitriek Vuur het
water fchynt te beminnen. God heeft eenen
weg gemaakt voor het weerlicht der donderen.
Job X X V I I I . 26. V. Don-
V . Dondert het overal evenveel?
A. Ten opzigte van alle plaatzen in de geheele
Waereld , en ook in, ons Vaderland
z e l f , vindt men meer ve rfchils, dan gy gelooven
zult. Er zyn Steden in pns Land ,
die flegts drie duren van elkander liggeft , en
in de eene dondert het egter , jaarlyks, eens
zo veel dan in de andere , hetgeen van de
uitwaasfemingen der Gronden fchynt a f te
hangen. Gy zult deeze verfchillen best door
opmerking leeren. De Onweéren fchynen
zwaarer in Gélderland dan in Holland te zyn.
V . Hoe ver is de Blixem van ons a f ?
' A. Als de. Donder ver a f is , _ wordt hy
niet aanftonds gehoord ; wy l het Geluid altyd
langer onder weg i s , dan het Licht.
Om de nabyheid te weeten , moet. gy uwe
polsflagen teilen. Hoe meer gy er tusfchen
het Licht en den Slag rek ent, hoe verder
doch hoe minder , hoe nader hy .by is.
V . Waarom ftaat gy zq naauwkeurig acht
op den Donder , en op deszelfs uitwerkfels ?
A. Om dat hy verbaazender dingen uit-
v o e r t, dan gy mogelyk gelooft : daarom
wordt er met regt gevraagd : Wie zou den
donder zyner mogendheden verftaan? Job X X V I . -
14. en J E R EM IA S , ingenomen met deeze
befchouwingen- der Natuur , boven welken
geene grootfcher en treffender z y n , tekent
ze met eenen, als ’ t w a r e , 'verbaasden
I 3 trek ,
1 E i
■I'M i r
b | c
i KM
f ' ■!M
- Í
:
f i Í
;
I--Í
V I , ' . : '