
. Í
, J.
i l I f '
I i t Ur
A. Zeer zelden regent het by ons ,■ ir i,
den Zomer ,• eenen geheelen dag ; my al-'
thans geheugt het niet dit gezien te hebben.
E n , wanneer al eens de , Regen t ’
s morgens , begint, hoddt hy op den middag
op : doch', byaldien hy d o o r z e t, dan
eindigt hy eerst ’s avonds tusfchen v y f en
zes uuren.- T e veel Regen doet, in ons Va-
derland,: ten tyde ivan den O o g s t , en te
weinig in het vodrjaary .wanneer het. Gras
moet uitfpruiten, een geweldig nadeel. In
den jaare l y j y regende het n ie t , in ons
L a n d , van April a f tot in Augustus, waardoor
al het gras; en de vruchten verlooren
gingen , ■ en veele Menfchen van gebrek en
honger itierven. Een dergelyk oordeel dreig*
d e , in den jaare 1 7 7 1 , onze.. Landen ;
dan, in ’ t midden van April, kwam er ein-
delyk Regen. Men mag des z e g g en , dac
God zeer zelden ons Land dus getugtigd
heeft.
V . Onder de oorzaaken van den Regert
hebt gy o o k den w i n d g e te ld ; verklaar
m y , wat Wind is. - '
A. Denkt gy. n o ch , dat de Wind van
de Lueht onderfcheiden is ? Neen , by is
niet anders dan eene itreek van Lucht
die, uit eene plaats des Dampkrings naar
©ene andere, met eenen gevoeligen aan*
drang bewoogen wordt ,. welke beweeging.
def
des Luchts wy Wind noemen. Er zyn zag*
te en ile rk e , koude en h e e te , beftendige
en veranderlyke , vogtige en drooge, ont-
bindende en verdikkende, Regen al en niefi
geevende, zoele en guure Winden; körnende
uit de vier Gewesten der W a e re ld , die
de Zeelieden in vier Hoofdwindcn . en in
agtentwintig Byftreeken verdeelcn, van grooC
nut voor de Schepen , oin naar eene bepaal*
de plaats te ftevenen; ;•
V . Waar door ontftaan de Winden ?
A. Door het breeken van ’ t Evenwigt def
L u c h t , by voorbeeld , wanneer , gelyk ik
zo even zeide , eene ftreek der L u c h t , doof
de Zon verwarmd, o f door eene andere
oorzaak verdund en uitgezet is ; dan fchiet
een koud deel der naby zynde Lucht der-
waards, en men verneemt dan den Wind.
G y moet „ egter niet denken , dat w y de
juiste plaats , waar de Wind in den D.^iup-
kring gebooren w o rd t , naauwkeurig kennen.
D e Schepper der Natüur , die ons wilde
le e ren , met de onweetenheid omtrent de
werkingen van den Heiligen Geest te vrede
zyn j vfees ons , ter ophelderinge ; tot dit
geheim ftuk , tot den Wind. De wind hhast
waar heen hy w i l e n gy hoort zyn geluid,
fnaar gy weet niet , vdn waar hy komt , en
waar hy heenen g a a t , alzo is een iegelyk , die
Uit den Geest gebooren is. Job. HL 8’.
I. DEEL. G V . Hoe
L
^1'!
i
Mi ft
ft:l
. I4M... i» I