
N.:
derc W/aerelden z y n , en andere' Schepfelen"
zuilen daarop woonen. D it .Tuistert Gods
Heerlykheid ten hoogilen op! — Vergenoeg
U hier mede, en gaa. n ie t ' ve ib er, zo lang de
beste Verrekykers ons niet meer leeren.
V . Moet ik-dan befluiten , dat de Planeeten,
zo wel als de Sterren, niet opzetteiyk
o f alleenlyk ten dienfte onzer Waereld gefchaapen
■ z y n '? ' / ■ ■ '
A. Gy kunt dit veilig befluiten , ■ met deeze
bepaahng , dat wy egter eenige en.: zelfs
meer nuttigheid van de Planeeten, die dig-
ter: by ons' fl^jan , dan van de ver afgele-
gen’ Sterren trekken.
V . Waartoe dan zo veele Heihelbollen ? '
A.. Om het groot Plan van de eeuwige Oor
zaak aller dingen volkomenlyk te -voltooien.
i V . Maar waarom zegt ons God-in dc Heilige
Schrift niets daarvan ?
A. Om dat zulke ontdekkingen,- gelyk gy
reeds wél aangemerkt h eb t, niel noodig zyn
to t onze zaligheid. Piet is genoeg , die te
zien, om d e ' verhevenile gedachten van onzen
Formeerder te liiaaken. Meeri te- kennen is
ons nu'onnoodig. W y vinden hier op Aarde
reeds meer ftoffe, om onzen weetlust te vol-
d o e n d a n w y kunnen bevatten. Voor de
Eeuwigheid is derzelver kénnis bewaard.
V . Dit zyn dan die P lan e e tenw a a ru it -wy
on ze .Lo cg eva llen ''in deze -Waereld künnen
voorfpellen ! ft • Jk
K 6 M T E N .
'A. Ik zal nimmer ontkennen, dat de Pla.
neeten invloed kunnen hebben op onze
L ucht, op den Wind , en op het Weder, en
deeze wederom op »onze Lichaamen ; maar
ik zal ook altoos vasthouden, dat z y niets
te zeggen hebben over ons geluk o f onge-
luk. O f zoudt gy kunnen gelooven, dat z y ,
die eene doode ftoffe z y n , daarop zulk
eene betrekking en magt zouden hebben ?
Zou de Amersfoortfche Berg ' invloed hebben
op het geluk o f ongeluk, op het leven
en fterven van . de Inwooners der Stad, welke
aan deszelfs voet lig t? Gelo of niets van
alle de Voörzeggingskonften , die men ftoutelyk
der Waereld heeft willen opdringeiii
De oneindige Goedheid van God jegens ons
belet my te gelooven, dat er ddne is , die
vast gaat. Zo zy er w a s , ' en altyd zeker
door ging , hadt men , wegens het nadeel,
dat z y aan het Menschdom zou doen, alle
reden ora ze nimmer te oefenen. Berust
hierby, en gaa niet verder.
. V. W y kunnen derhalven, als het U weE
^evalt, rot andere zaaken overgaan.
A. Als wy noch iets in het Uitfpanfel
zullen overwoogen hebben.
V, Wat is dit ?
A. Schiet U niet te binnen, dat ik de k o m
e e t e n o f STAARTSTERREN vergeeten heb ,
tile ook zo zeer onze befchouwing verdie-
E a pen ?
A
I ,