
ll I
r/Mii
'I I
ri i'j .1
i l
V . Welke ?
A. Dat gy naauwkeurig l e t , wanneer,gy
het ziet , 'wat er na gebeurt ; want mep
vermoedt, dat er harde Zuide- en Zuidweste
Winden met donker en regenagtig W e der
op volgen. Zodanige ontdekking zou
toch van groote nuttigheid voor onze Zeelieden
zyn. ■ ' _
■- V . Alle deeze laatile Luchtverfchynfelen
vermaaken ons in onae nagten , o f bewyzen
ons veele avonddiensten ; maar zyn er geen
e n , die ook by dage aangenaam voor ons
oog kunnen zyn ?
A. Ik ken er maar één , dat ons geen nut
doet , ten z y een godvrugtig hart aan den
tyd denkt, waarin het tot een teken der
Godlyke Goedheid voor de Waereld gefteld
is ; want ongetwyfeld is het duizendmaal
v ó ó r dén Zondvloed gezien , indien de Waereld
door die ontzaglyke Gebeurtenis geene
ftandsverandering ondergaan h e e f t , gelyk
fommigen gisfen- D it Verfchynfei ftreelt al-
leen ons oog.
V . Welk Verfchynfei bedoelt g y ? ■
A. Kunt gy niet Meruit opmaaken, dac
ik den fchoonen, den pragtigen, den ver-
lukkelyken regenboog in het oog heb ?
V." Ik fchaam my over fiiyne botheid ! Z y
geeve U geene reden, om z e , door het
ftaaken van uw Oaderwys, tot jnyn na-
- deel
tieel te ibaffen : verklaar my denzelven;
A. Gy kunt , in het najaar , fomty'ds eenen
witten Hemelboog ; ’s morgens , in den
Mist zien. Op den eersten Juny des jaars
1778 heb ik er eenen ; ’s morgens , na vier
uuren, vernoomcn; Eens heb ik , na den
middag , aan Zee wändclende, by betrokken’
-lucht, eenen grooten wkt,pn o f geelagtigen ;
nog eens eenen rqodeii Boog , zo wel als
de witte door ebne. andere ftraalbreeking
geformeerd , gezien; De : zeldzaamheid , Van
zulke verfchyningen veiTukt altyd. Dan , gy
v ra a g t, meen ik eene befchryving van deh
gekoleurden Regenboog; Dat .pragtig V erfchynfei
vormt de Almagtige Hand met ge-
ringe kosten ; doch het is , uit dien hoofde
, niet te minder fraai. Ik befchouw het
nooit dan met zeer groot vermaak, en ge*
denk dan aan de belofte , »door den on ver*
anderlyken God aan k o a ch gedaan. De wa-
tsren ztillen niet meer wezen- tòt eenen yloed ,
em alle vkescli te vsrderven. Gen. IX . 15.
V . Wat behoort er tot deszelfs formering ?
A. De Zon moet niet .te hoog ftaan , waar-'
van eene vdst bepaalde. maat is; De Regeiir
boog kan daarom op alle tyden van den dag,»
in de zes Wintermaanden , voorkomen 5
maar niet op den vollen middag in den Zo-
mer. , Ik heb er wel eens vier ,■ den eenen na
den anderen , op denzelfden dag, befchouwd.
L DEEL; K ,‘ S om -'
I Mi:
i f