
N. D.
ilvvingt onzs groote Rivieren zieh ft?
pntlasten in de Noordzee,
V. Is de N 00R.D00STEWIND evcu frisch ?
A. Uit Landen komende , die kouder zyp
dan het onze , als Polen , ‘ Prüislen , de
Oostzee enz. is hy ook altyd koud en
fchraal ; een voorbode van V o r s t, en , by
eene vaale lu c h t , van Sneeuw. ' Hy waait
in het gemeen het allerfterkst, ' en wel
meest in de L e n te , moetende gehouden
■worden voor eenen der best luchtzuiveren-
de Winden voor ons Vaderland.
V- Gaan vve over tot onzen no o rd ew in d.
A. Onze Zuiderzee geeft deezen Wind
eenen vryen togt naar onze Gewesten. H y
is eenen fchaadelyken Wind voor ons Va-
derland ; wy l hy altoos verzeld „ gaat van
eene fchraale D ro 'o gte , die , vooral ip
het voorjaar, nadeelig is voor Boomen en
Veldvruchten : ' doch hy waait daarentegeq
■weer met minder kragten. Komt hy wat
vroeg in den' v o o r ty d , en waait hy lan g ,
dan bezorgt hy ons ; wegens zyne falpe-
•teragtige deelen , een goed gewas. Wanneer
gy hem hoort blaazen, zo let op de
Nagten; z y z y n , ten dien tyd e , veel Jichier
dan met eenen anderen W in d , w y l hy
waarfchynlyk eenig Noorderlicht medebrengt.
Ziekelyke menfchen minnen hem we inig,
waarlyk niet ten onregte.
" ' ' ■ ' ' ‘ V. Kuiifc
W I N D . 103
V Kunt gy m y iets byzonders van den
N o o r d w e s t e w i n d zeggen? t
A. Die Wind kan by ons zeer gedugt
z y n , om dat by eenenfhoogen vloed op
onze Küsten verwekt. -Schotlands hooge Bergen
fchynen hem egter veel te lluiten. Hy
waait meest in den Zomer , k o e l , met een
beftendig geblaas, en komt zelden tot
Storm, Integendeel bewyst God 9ns door
deezen Wind groote diensten , nadien de
Stormen uit het Zuidwesten in zynen hoek ,
d ikw erf,: zeer fehiplyk bedaaren.
V . Hoe veele voordeelen trekt dan niet
ons Vaderland van de Winden ?
A. Ongelooflyke ! Vooral van derzelver
Veranderlykheid. In den grooten Oçeaan
heeft de Almagtige m o u s s o n s o f p a s s a a t -
wiNDEN, die, eenige maanden, lan g , deielf-
de ftreek houden , . en onze Indifche Schee-
pen - ZQ gelukkig uit en thuis brengen , be-
ftemd. Eene indedaad verbaazende verorde-
ning ! De wispeltuurige Wind ftaat, maan-
den lang , zo vast in die wyde Z e e , dat
onze Zeelieden geene Zeilen behoeven te
veränderen , en. dus, binnen körten , eenen
ongelooflyk verren weg afleggen. Hadt de
Opperlifeer dit zo piet g ew ild , hoe zou
men door zo wyden Waterplas heen koixien!
----- In ons Vaderland, waar , wegens
dea Koophandel, onophoudelyk heen
G '4