
?
3IÖ OMLOOP VAN ’t b l o e d .
in eenen zo geheeten Chylbak, ö f ’ t onder-
i le en wyder deel der Chylbuis gegooten,
cn daaruic opwaards verder ve rvoerd , worden
ze , door de geduurige klopping van de
naby liggende groote Slagader , gedwongen ,
droppelswyze te vallen in eene Eloedader ,
welke dit nu keurig bereide Sap in eene der
kameren van het Hart Jeidt.
V . Dan moet , dunkt my , dit Sap naar
boven klimmen ; want het Har t , dat ik voel
kloppen tegen myne hand, ligt hooger dan
de Darmen.
A. G y vat dit wél ! De gemelde Buis ftaat
regt op , en heeft geene kragt , om dit Vogt
optevoeren ; maar dit wordt , gelyk ik zeide,
uitgewerkt door de tikkingen o f de kloppin-
gen der groote Slagacier.
V. Welk eene wonderbaare Konst !
A. En welk eene wonderbaare Eenvoudigheid
tevens ! ------ Laat ik voortgaan. ------
D it bereide Spysfap moet nu tot Bloed‘ gemaakt
worden. D a n , nadien het noch niet
genoeg onder hetzelve vermengd , o f er
mede vereenigd i s , kan het ook noch niet
den toer door het geheele Lichaam doen.
Des werpt het Hart hetzelve alvoorens in
de L o n g , waaraan er door de ingeademde
Lucht iets gedaan wordt , dat lang onbekend
is gebleeven , naamelyk , door de
L u c h t , dat i s , door de beurtelingfche werking
O M LO O P V A N T B LOED. 3<7
I '"li fji
king der ademhaling , waarby de Longen
uitzetten en inkrimpen , .wordt ■ het Bloed ,
even als de Chy l , gekneed, gewreeven en
goed gemaakt, en daarop door die ingeademde
Lucht ontlast van zyn overtollige
brandbaare deelen , welke by de uitademing
vervliegen , zonder welke geduurige outlasting
w y zouden ftikken. Het Bloed , dus
verbeterd zynde , wordt uit de Long naaf
een andere kamer van het Hart terug gevoerd
, hetwelk , als dan e e r s t , begint eene
nette verdeeling van het nu volkomen be-
reidc Bloed te maaken , tot voeding van het
geheele Lichaam. -
V. Leg my dit groote Werk volkomen uit.
A . Uit myn gezegde hebt gy kunnen • opmaaken
, dat het H a r t , op het middenrif
rüstende, en door de Kwabben der Longe
zagtlyk omvat , twee Kamers h e e f t , eene
regter en eene linker , door een middelfchot
van elkander gefcheiden. Uit elk van
deezen loopen twee pypen o f g o o ten , die
w y Slag- en Bioedaders noemen. Gelyk
dus uit elke holligheid , o f kamer van
’ t H a r t , een -Slagader - komt , zo ontvangt
elk ook een A d e r , die het B lo e d , dat
door de Longen geloopen heeft , weder-
brengt in de Linker kamer, en dat door
’ t Lichaam gelOopen Iieeft , in de Regter
kamer. ------ Om nu het Bloed zynen loop
te
7; I
^ if
' f e