
t ,i!l ii H:
x; Fjfi ,
li^ ll 3 ! » ! I ij f ‘ftsniisi
I H il ' li '■ ’
fm i »-‘ j ’ I / [I : 4, ’k ' - '4
met eene kleine Kaade kan doen.
V. Waar eindigen de Slagaders , die het
Bloed vervoeren , en waar beginnen de
Bioedaders , die het overneemen , om hetzelve
naar het- Hart te brengen ?
A. Overal door het . geheele Lichaam , en
in ieder deel van hetzelve , fchoon de einden
der Slagaderen,, daar dit gefchiedt, o f de
Buisjes , door welken het Bloed wordt overgebragt
in de Bloedaderen , te fyn zyn , om
te kunnen gezien worden. Dat egter deeze
overgang des Bloeds uit de Slagaderen in de
Aderen , o f anders deeze gemeenfchap tusfchen
die beiden zeker z y , kan men uit
veele bewyzen goed maaken , zo men zieh
al niet beroept op de konstige , infpuitingen
in Jyken, waardoor men de ingefpooten Stoffe
in de Slagaders heeft zien wederkeeren
door de Bioedaders in alle byzondere deelen.
V . Waar liggen de Slagaders ?
A. Overal aan de binnenzyden der Leden ,
daar dezelven gevormd zyn tot krommen,
by voorb eeld, binnen in de buiging van
uwen Arm op eene gevoeglyke diepte ; vermids
de Slagader , zo z y aldaar buiten op
den Arm geplaatst was , en dus ondiep over
den Elleboog lie p , door, het" buigen des
Arms te veel g e re k t, de ornloop des Bloeds
daardoor vertraagd , en de Ader zelve ligt-
ly k door ftooten o f vallen gekwetst zou kun-
. nea
iicn worden.. Wa t dunkt Ü ? Is dit niet ee*
he nieuwe proef van verbaazende Wysheid
en Voorzigtigheid ?
V. Maar zo het Bloed eenS in zynen loop
veranderd w e rd t, en in het H a r t , o f in de
Slag- o f Bloedaderen terug keerde ?
A. Daar is in voorzien op eene wy z e , die
Ü niet minder zal ontzetten ! In de Slagaderen
is dit door het geweld des inftroo*
menden Bloeds niet te vreezen ; ten z y men
denke,/ dat ieder g o lf Bloeds uit het Hart
geperst wordt in dezelven , en z y daardoof
eenigzins geweldig. uitgezet worden , ’ t geen
dit Slagaderlyk Bloed o n g e tw y fe ld , althahs
gedeeltelyk, terug zou kunnen persfen : Vervolgens
ook in dc Bloedaderen ; want, w y l
de roode ftroom van onderen , dat is , Van
de Teenen a f tegen de fteilte naar b o v en ,
tot in het Hart moet opioopcn, en het Hart
denzelven dan moet ontvangen , zou dit ook
daarin te dugten ftaan , en ongetwyfeld gefchieden.
Om dan zulk een ongeval , dat
ons oogeiibliklyk den dood zou aandoen , te
voorkomen , heeft de alverzorgende Schepper
KLAPvLiEzEN Op bckwaamc plaatzen ge-.
fteld , die den doortogt des voortloopefiden
Bloeds niet binderen, maar wel deszelfs.
terugvloed verhoeden ; die zelfs de v e i* '
hjeerderde zw a a r te ,. als het meer opwaards:
gaat, onderfteunen, en de laatfte inftroö-
X 3 ming