Afdeel, geribde Bladen 3 die Vliezig zyn en op een
xxu. Bol gegroeid; een Scheedige Bloemjleng en
S uk! ° ’ een tweedeeliS Schuitachtig Honigbakje.
Deeze is ds eerfte onderjde Planten van dit
Geflagt, welke niet op. Booraen maar in de
Aarde groeit, wordende derhalve, van R üm-
r h i u s, Aard- of Land - Angrek geheten. Uit
deszelfs bèfchry ving. blykt, echter, dat de Vezelige
Wortels een Bos Bladen, naar die vaa
Kurkuma gelykende, uitgeeven ; na welken
eenige Knobbels volgen; bezyden welken de
Bloemfteelen‘ opfchieten, vyf of zes Voeten
hoog , die Bloemen draagen byna als de Ake*
leijen , purperrood van Kleur.
E^^de Boomplaag met Degenvormige eenigerjrfm
-pi. maate Vleezige Bladen , de Steng weinig
fiiium. Bloemen hebbende.
Zeer
Te Suriname kwam, volgens den Heer Da h l -
eerg , deeze voor , flegts een Duim hoogte
hebbende , met Degenvormige, gladde, fpitfe
Blaadjes , als van het Lifch , uit den Wortel
voortkomende. Tusfchen de Bladen groeij.cn
enkelde Bloemftengetjes , met één of twee
Blommetjes aan *t end, Daar die van dit Geflagt
gelykende, uit een driekleppig Ka Be.
W
jrttcutn terreftre primutn. Rumph. Amb. VI. p. 1« , T. s i,
f. i»
(*S) Epiéendrum fol. Rnfifoimibus fvibcarijofij , Scapo
paudfloro. JKant. 491.
(26} Boomplaag met een ronde effene Steng, IV*
de Bladen Degenvormig gefireept; de Bloem- ^^xii
blaadjes Lancetvormig glad, met eenbree- Hoofd- :
de omgekromde Lip. s t u k .
xxvr.
In China hadt Osbeck deeze w a a r g e n o - i
men, die ook een Aardplant is , met een ronde fifoiium.
Bloemfteng van twee Voeten langte, bezet met biadig.0” '
etnige fpitfe Vliezige Blikjes; de Bloemen over-
hoeks, gefteeld, zeer aangenaam en fterkvan
Reuk.
(17) Boomplaag met een ronde gewrichte ge• xxra.
fireepte Kettingachtige naakte geheel een~y9^ Kiii' >
voudige Steng en Liniaale fpitfe Bladen. Ketting.-
achtig.
Dit is dat Plantje, voorgemeld, welk de vermaarde
K aêmp F e r. Lugtbloem tytelde, wegens
de gezegde eigenfchap. Het groeit, zegt hy,
op Japan in de Spleeten der Rotfen en het Mos
der Boomen, en heeft de Stangetjes maar een
Span hoog , een Pennefchaft dik, met Leedjes
als een Scorpioen - Staart, aan ’t end witte Bloemen
hebbende , welke naar die der Roomfche
Boonen gèlyken en het Zaadhuisje een Duim
lang , Vleezig ? met een geelachtig wit Stuif-
zaad gevuld, (28}
(26) Ëpidenirum Caule tereti latvï , Fol. Enilfbrmibus ,
J^talis Lanceolatis glabtis, Labio recurvato latiore, SyJl.N*(.
X I , XIII.
# f 2 7 ) Epiden4rum Caule tereti articulato ftri.’to A<onilifor-
mi 8cc. A S. Ups. 1740. p. 37, Eu-Rau. Ksy.es. Am. T$
p. *6+.
L S
(ÜfM
m
M m
m m
.*•£5*
l i a
11