IV. de Wesdndièn of Zuid-Amerika. De Bloem
xxiEL' der ,aatfte §eIykt «aar die der Zaay- Afters ,
H oofd- hebbende een geeïe Schyf met een Krans van
simt. Witte Straalen. De hoogte van ’t Gewas is drie
of vier Voeten,
(4 3 Wantszaad met drievoudige 3 Eyrond-
langwerpige, Zaagtandige Bladen; de
Bloemjlraaien met het midden eenkleurig.
(5) W aqtszaad met byua drievoudige effenrart'
dige Bladen•
(6) Wantszaad met byna drievoudige Wigvor•
mige Zaagtandige Bladen.
IV.
Coreopfis
Cbryjkn.
tha.
Goudbloemig.
In het Loof, dat driebladig is, hebben dee-
ze veel overeenkomst. De eerfte groeit in Ä-
merika, de tweede in Virginie , de derde op
het Eiland Se. Groix, in cje Westindiëo. F loxen
e t geeft aan deeze laat (te de Bladen van
Cicersen een witte Straalkrans als van degroo-
te Madelieven of Ganzebloemen, die ook fom-
tyds, zegt hy, paarfch is. In zyne Afbeelding,
nog»
(4) Coreopfis FoJ. tern. ovata-©blongis Serratis &c. BU
dens Amer. triphylla Angelic« folio. Plum. lc. 53. f. t.
(s) Cortapfii Fol. fubternatis integerrimis. H. Upt. 259,
GOUAN Monsp. 457. Rudbeokia Fol. compofitis integris. R.
Lugdb. ig i. Clityfamhv' Virginianum &c. Moris. Hiß. IU,
S. 6. T. 3. f. 44.
(6) Coreopfis Fol. fubternatis Guneatis fêrratis, Ghiyßuth.
Americanum Ciceris folio glabro , Beilidis majoris tiatt,
ÜE8M. Par, 124. T, Pluk, T. iSo. f» 3,
V.
Tripleris.
Bfievinnig.
VI.
Alba.
Madelitvig.
BisH
Y N È N Ë 1 Ai
Geoord.
Kruid.
pende Steng.
OO Wantszaad mei effenrandige EyrondeBla
den, de onderjben drievoudig.
(?) Wantszaad met Laneetvormige effenran- ÏX*
dige op de kant gehaairde Bladem
Van deeze drie groeit de eerfte in de West-
indiën , en is, hoewel kruipende en by het Geboomte
opklimmende s een groote Plant. De
tweede > die Bladen als van Bitterzoet , met
Ooren , heeft s welke ruig zyn, valt laag van.
Gewas, De derde > in de Europifehe Tuinen
bekend, en zo wel als die in de Zuidelyke dee-
len dtr V olKplantingen van Noord - Amerika
groei-
( T) Coreopfis Tol. Serratis ovatis ètc. Am. .Acai. V. p.
407. Chrylanth, tiifoliarum fcandens &c. Sloan. Hiß. I. p,
a6i. T. rj4. f. i j 3.
(8j Coreopfis Pol. integerrimis Ovatis &c. Gron. f'irg^
II... 131. Chryf. birfutam Virgmiaiiam &c. Plok. T. 83, f,
3. & T. 242. f. 4, moris. Hifi. m . s. <5. T. 3, f. 4J.
(9) Coreopfis Fol. Lanceol. integetr. ciliatis. Cor. Fol. in-
tegernmis. R. Lugdü, ig i , Coreopfis. H. CU ff. 420. Bideni
Succifis folio &c. Dil l . Eish. f. Bidens C ttoliwm
Mart. Cent. 26. t . 20.
B 2
II. Deel, XL stuk.
‘ ~.y ■ V
jB R l t 1
H
» IV.
, AfdeêW •
XXI. '*Èêj1 :
HoofdH
s t u k . i
- v u . . s*, *
Coreopfis mij jh» j. Pt i
' reptans. i k } $
Kruipend.
VIII. m Auricula“
MÄ T I 11 ■ kc.1
»■ »1
idm
■ BHRSiLs