S<5 SAMENTEËLIGE K ruiden.
i y (24) Santorie met kanthaairige Kelken , die
Afdeel* * langwerpig zyn, en Vindeelige Linimle
H oofd« effenrandige Bladen,
stok. jq3ar bruiden , welken zy in ’tBladerloof
S lu r e a gelyken, zyn deeze gebyoaarhd. De eerde groeit,
volgen» den Ridder, op drooge Velden ,m
ge. Sweeden , Engeland en de Nederlanden, Zy
kan de Groote Scdbiofa, van Da l e c h am p ,
welke hy aanhaalt, niet zyn,maar wel deszeifs
Berg * Schürf tkruid. Naar de Groote Jacéa van
L o b e l gelyft ze veel. De andere is fynervan
Blad en zou de Stcebe Gallka zyn van C lu-
s ius , welker Zaad die groote Kruidkenner uic
Vrankryk hadt ontvangen en in de Nederlanden
geteeld , doch naderhand dezelve overvloedig
in de Velden omftreek? Ween en aantrof. In
Switzerland vallen zy beiden , en hebben de
Steng ongevaar een Elle hoog. De Bloemen der
eerfte zyn paarfchachtig , roodachtig , wit of
geel; die der andere Vieefchkleurig en aanmer*
kelyk geüraald. In Siberie komen, zode Heer
H a l l e r opmerkt, dergelyken voor (*>•
C*5)
( ; 4) Centaurea Cal. Ciliatïs oblongis &c. R. Lu gib. 14«.
N. 16. Kram» Auftr. 260. Stoebe incana Cyano fimilis te-
nuifolia. C. B. Pin 27}. Stabe Auftiiaca humilis. C lus»
Hiß. 11. p. JO. Pann. J47.
(*) Van de Gentaurea Scabiofa hadt Gmelin reeds aangetekend
, dat dezelve door geheel Sibetie groeit ; die, welke
Haller dagt de Stoche te kunnen zyn, is dooi den Ridder
to t de PmkuUta betrokken, Vid. Helv. inchdftt. h p. *1,
>-■ g ï N O Ë N E s * ^ 37
(25) Santorie met kanthaairige Kelken, Lierachtige
Bladen en byna geen Steng. xxi.
Hoofd-
Een zonderlinge Plant maakt deeze in Afrika « u k .
uit, wier Wortel zoet en eetbaar is, wordende
van de Arabieren Toffs genoemd zegt S haw. «jj* .
,Zy heeft Bladen als van de Rakette en witften&|e,
gehaairde Kelkfchubben. By Alexandr-ie , in
Egypte, komt zy , volgens F o r s k a o h l , van
zelf voort; doch dat zy eigendyk m Arabie
zou groeijen , gelyk L inni&us zegt, daar
van vind ik geen blyk. *
Q. R h a p o n t i c a . Met; de K e lk fch u b b en
dor en rappig«
(26) Santorie met rappige kanthaairige Kelken xxvr.
en Vindeelige Bladen , de Vinnen Kan- Q0fleifchejg
cetvormig.
In Siberie is de .Groeiplaats van deeze, die
naar de Schurftkruidige zeer gelykt, maar de
Bloemen geel heeft en de Kelkfchubben in een
Eyrond Blaadje uitloopende.
( 2 7 ) San-
Centert* Cal. Çiliau«,, Fol. Lycatis, Caule fubnul ‘
l0. lacet acaulos lorei Erucæ folio 8tc. SHAW. Afr. M
\z6) Centaure* Cal. Scariofis. Clliatis &q. H. Ups. f jf c
Cyanus Fol, RadicalibuS partita integris ftcc. HALL, Pb:*
Trans. I74Î* Vol. 43- N. 47*- P« 34-
C3
II, deel. XI. Stuk.