3Ö6 TWEEHUIZIGE &RÜIl>ÈW*
IV . Netswyze geaderd én de Bloeiften getrost, als
Afdeel. jje anderen. Zy heefteen knobbeligen Wortel*
Koofd*a(s een Fran^cfie Raap,in den Grond zinkende.
stuk. De Vrugten, welke gevleugeld zyn, gelyken naar
die van den Efchdoorn of Schotfe Linde,
zeer, en bevatten een rond Zaad.
Ui. (3) Rajania met vyf langwerpig ovaale Bladen
RejaKi* fa Gander*
quinquefo- J
vyfbiadi- Deeze * ook in Amerika vallende, heeft dit ge. 7
byzoöders , dat de Bladen , vyf by elkander 5
aan ieder Knoop der Ranken , voortkomen „
zynde drieribbig en geaderd. Anders verfchilt
zy van de voorgaande weinig.
Quintta. Volgens de bepaaling zou hier dat Gewas
iïjLxxv. kunnen t’huis gebrngt worden, ’t welk de Heer
Fis- u T h ü n b e r g in Japan gevonden, maar onder
den bytiaam van Quinata afgezonderd heeft*
In de figuur der Bladen, immers, is zeef weinig
verfchil, maar dezelven zyn niet drieribbig en
zitten met hun vyvenop \ end van de Steekjes.
Zy zyn iri de kleinfte Rank, welke ik daar van
heb, hier in Fig» t , opPL. LXXV, natuurlyker
grootte vertoond, Eyrond , zieer puntig naar derr
Steel; aan Yend met een kléin puntje: maar in
de grootfte allen byna volmaakt ovaal en aan
de punt ukgerand gelyk uit het in de natuur*
Jyke
(O Rajania Fol. qalnls orali- oblongis. Jan • Raja fom-
detis quinquefolia. Flüm. Gih* 3}, Ie, iss* f. z.
mm
D i o i k ï Ai ypf
lyke grootte by A afgebeelde blykti Diè Rank IV.
heeft geen Bloemen, zullende misfchien dé
Vruodraagende of heb Wyfjé, en dé Andere \ eïoSö-*
die zo veel te méér met Bloëmtrosjes of Tuil* sTtrft*
tjes beladen is v het Mannetje zyn van deeze ,
Soort. Uit de figuur der Trosjes blykt gé-
noegzaam, dat het éen geheel ander Gewas daö
het' Ainerikaanfche zy. Ik gééf hét np’t geloof
Van gezégden Heer, die zekerlyk de Bloemen *
in de frisfèhe Plant5 oöderzogt zal hebben Zy
zyn hier, Zo als zy zig thans voordoen, en' dus
fommigen met drie, anderen met vier Kelkblaadjes
, afgetekend, gelyk ook het Loof*
Het fchynt dat op fommige Steekjes vyf , op
anderen vier, drie of twee Bkadjes voorko*
men j ’ t welk meer plaats heeft in defgelyke
Planten. By iéder oirfprong der Bladen vindt
men drie Stoppeltjes.
Tot de Agtmannigen van deeze Klasfe be.
hoort, behalve de Popelierboom, ’t Geflagt'van
R h o D 1 0 l a . Roozen wortel.
De Kelk is yierdeelig, met een vierbladige
Bloem in het Mannetje , maar geen Bloemblaadjes
in ’c Wyfje, dat vier Honigbakjes
heeft en vier Stampers, draagende vier yed-
zaadige Huisjes.
De eenigfte Soort (i)groeit op de Alpifche i.
i. „ Rbodioldt
Bfif' Rofea.
( i) Khodiola. FL Lapp, j?**. FA Smc. Sj i , sis. Mat,
Europifcfc,
I. Qksl. XI, Stuk. Mtii