IV. Luisachtige figuur hebben , veelal af kom (Hg.
X>CIIl' Men ^at hetzelve het Xanthium van Dios-
Hoofd-’ c o r i d e s zou zyn.
«tok. Het heeft een opftaande Takkige Steng, van
nigt{man~ ongsvaar een Elle hoogte, met ruige, lang ge-
fteelde, flaauw driekwabbige BladeD, die rondom
, doch ongelyk , getand zyn, by den Steel
uitgerand. In de Mikken der Bladen komen
weinige Mannelyke , doch veele Vrouwelyke
Bloembondeltjes voor. De Vrugten, van grootte
als een Amandel-Kern , zyn bedekt met Haa-
kige Doorntjes. Het bemint vogtige plaatfeo
en een vetten Grond, gemest door Drek en al-
lerley Vuiligheden , gelyk de Groote Klisten.
Het Xanthium, by Dioscorides, hadt
zynen naam van de geele Kleur, welke door
het Aftrekzel der Vrugten in Water aan het
Hoofdhaair , en aan Wollen Stoffen, gegeven
werdt. Ik vind het echter onder de hedendaag-
fe Verwkruiden, in Sweeden ,Biet opgetekend.
De Bladen zyn bitter en famentrekkende, en
het uitgeperfte Sap daar van wordt, op fommi-
ge plaatfen » tegen Kropgezwellen ingegeven ;
waar van het Strumaria heet. Anderen pry»
zen den Wortel daar tegen aan. Een half On-
ce van het Poeijer det Zaaden heeft iemand
als een Geheim tegen de Roos gebruikt.
(a) K'itjes met een ongedoornde Steng en Wg-
vormig Eyronde byna driekwabbige Bladen.
üeens-
IT.
Xanthium
Orientale.
Oüstindifchs.
O ) Xanthium Cauli insirai, Fol. Cuncifotuu • Omis fub»
tttr
deenszins in de Levant of zogenaamde Oos- IV.
•feertehe Landen , maar in Kanada en Virginie, AxxTlL
als ook op Ceylon en elders in Oostindie, valt Hoofd.
•deeze Soort. Uit Zaad van China., in ’t jaarSTüS“
1761 ontvangen , badt men ze in de üpfalfche
Tuin geteeld, die in Plaat gebragt is door den
jongen Heer L ijnhjeus, van wien opgemerkt
wordt , dat dezelve van de voorgaande, naar
welke zy veel gelykt, verfchille ; door de Steng
rauwer ongevlakt, de Bladen Wig vormig. Ey«
rond driekwabbig , de Bladfieelen ruuw niet
ruig te hebben en de.Vrugt driemaal zo groot.
Dit zal driemaal in langte betekenen, hoewel
de Vrugten van het Europifchê Xanthium by
eene Olyf of Kornoelje vergeieeken worden.
Cp zyne plaat zyn dezelvenvyf Kwartier Duims
lang , in myn japanfche Tak maar een half
Duim , gelyk die van bet Europifche in myn
Exemplaar voorkomen , en alzo dezelven geen
kromme punten hebben, groeijende by geileek
-de Trosjes, ieder met een of meer Mannelyke
Bloemhoofdjes, zonder Blikjes, zo denk ik dat
.dezelve tot het gemeene Xanthium behooren
zal, ’t welk K a e m p f e r , onder den naam
van Sooni, als in Japan groei jende, voorfielt.
De
trilobis. Linn. Dec. 33. T. 17. Xanth. elatius majus Ame»
«icanum &c. Morss. Hiß. m. p. 604, s. i s . T. 2. f. 3.
Xanth. majus Canadenfe. B erm. Lugdb. 635, BUSM. Fl*
Jnd. 198.
Q »
II, Deel. XI, Stuk,