15a S am è n t e e l i g e Krui den.
iv. vogtige plaatfen, in Bosfchagie. Te Bern vindt
Al v r l men het zelfs in de Stad, zegt H all Bk. Het
H oofd* heeft de Steng fomtyds een Elle hoog, teder
s tu k , en Sappig, zo wel als de Bladen,en vierbloe-
mjge Steeltjes in de Oxelen : de Bloem mismaakt,
vier- of zesbladig, naar men *c neemt,
geel van Kleur. Meest verfchilt het van de
Balfamina, voor gemeld, door zyne Zaadhuisjes,
die als Haauwtjes zyn , met hoekige Zaa-
den, welken het, aangeraakt zynde, met kragt
uitwerpt. By nagt laat het, als flaapende, zyne
Bladen hangen*
Sommigen hebben dit Kruid , als van eene
afzettende hoedanigheid, tegen ”t Graveel; anderen
, als verzagtende , tot een Wondmiddel
aangepreezën (*). Men viDdc ’er ook, die het
Vergiftig achten ; des het beft z y , zig daar
van te onthouden. Met de Bladen en Bloemen
wordt in Noord * Amerika , Volgens Ka lm,
geel geverwd.
XXII. HOOFD-
(V MuHerculis Rhizotomis noftfatibus Wundkraat appel-
latur > ob vim quam illi adfcribunt Balfamicam. Ma pp. Al-
fat, p. Bonafias HerbS aftate allicmnt ct illacjueant
Gerimni. LoeseL. Vid. Fl. Suee. H. p. 308.
A fdeel.
' XXIX
XXII. H O O F D S T U K * H oofdstu
k«
Befchryving der Ma n w t v i ge K ruiden,
(Gynandria)dat is der genen, wier Bloemende
Meeldraadjes of op den Styl of op eenigerleye
manier daar mede famengevoegd hebben; gelyk
in de Geflagten van Kalfsvoet, Speerwortel,
Slangekruid , als ook in het Boomplaag e»
anderen%
In het Stelzel der Sexen is dit de Twintigjle
Klasje , welke naar het getal der Meeldraad-
jes in Rangen gefmaldeeld wordt. Dezelve
bevat maar dertig Geflagten, waar van reeds
negen onder de Boomen en Heefters befchree-
ven zyn* Die van den eerften Rang, de Twee-
manni^en Daamelyk, zyn nog niet aangeroerd;
doch daar van behoor en de zes eerften, het
Standelkruid en dergelyken; zo wegens de Bol-
wortelen, als de geftalte en manier van groei-
jing, volgens myne Natmrlyke Methode, welke
ik in dit Werk verkooaen heb te volgen * ï n*Dz*
tot de Afdeeling der Lelieachtige of Bolplanten» zjs.
Dus kome ik dan aanftonds tot het
E p i d e n d r u m . Boomplaag.
Een Geflagt, welks Soorten, wier getal dertig
is, meestal op de Stammen van Boomen in
de IndiSn groeijen , daar het den naam van
heeft. Binnen de Bloemblaadjes» die doorgaans
K 5 vyl
II. DEEL. XI» SïBK»