IV. (5) Hangbast met Hartvormige Bladen.
A fdeel.
H oofd Deeze drie , waar van de eerfte fen laatftë
stuk. in Amerika, de andere op *t Eiland Van St.Tho»
v. mas, in de Westihdien, door Pater Plumier
Cordau. zoude waargenomen zyn , vetfchillen van het
mig attvor‘ laatstbefchreevene zo weinig , dat J a c q ü i ü
zelfs het eerfte daar tóe betrókken heeft. Het
zyn Bygewasfen van dergelyke geftalte, meest
onderfcbeiden door de figuur der Bladen, welke
in de zyne, volgens de Afbeelding, diehy
daar van geeft, meer Lancet- dan Wigvormig
voorkomen.
vi. (6) Hangbast mei Vindèelige Bladen.
rtünata.
Vüibiadig. js wecjerom een Aanhangzel der Boomefi j
van R ü m p h i u s ontleend, ’t welk zig onderscheidt
door de Bladen , die als het Groote
Boomvaren Vindeelig , doch ongelyk, gefnip-
perd zyn. Het heeft de Ranken zegt hy,
" als een Kinds - Arm dik, taay, doch niet Houtig,
en bekleed met eenë Haairige ruigte, welke
de Huid , daar zy aan komt, doet jeuken.
De Wortels hangen als Slangen om de Takken
der Boomen. De Vrugten, zegt hy, zyn
als
(s) Pathos Fol. Cordatis. Atutn Acinis Amethyftinis, FIo-
re parvo. Plum. Sp. 4. Ie. 3%. Fil. T. 205. Confer. Dra-
cant. amplis Fol. Cordatis &c. Plum. Amtr. 48. T. ój.
Fil. 19j. f. I.
(6) Toibos Fol. Pinnatifidis. Appendix laciniata, H.UMPH*
Anb. v. f . i ig . T. 1*3. f. i.BoaM. Fl. Int,
G t H N i) ï hl Söö
als Kris - Hegteh , vyï of zes Düimên lang, ÏV.’
rond, twee Vingers dik, met eene grofzandige
rauwheid, welke zig vervolgens ontflüit enH oo fd*
mooglyk de Bloemen maakt. Dè Bladen wor-sTus*
den van het Vee'met Smaak gegeten;
(?) Hangbast met Handpalmige Bladen. vit.’
n Pothui
Deeze Soort, in Amerika door P l ü m ï e r Palmata^
gevonden , heeft de Bladen byna als die van »cGepalm*i
geVvoone Dracoütium , HaDdpalmswyze gevingerd
en zeer groot. Het is mede een klimmend
Gewas.
XXIII. H O O F D S T U K .
Befchryving c/er E e n b ü r z 1 ge K r u i d ENj
dat is der genen, die Mannelyke en Vrouwe»
lyke Bloemen, van elkander afgezonderd* op
eene zelfde Plant vóórtbrengen igelyk de Bran»
denetels , Klitjes , Amaranthen, Pimpernel,
Druifkruid, Netelkruid , Bryonie en de veem
lerley Soorten van Kalabasfen , Meloenen ,
Komkommers j entm
T n deeze Klasfe, die de Eénentwintigfte is in
het Stelzel der Seken, komen ’er wederom
Voor met Een-, Twee-, Drie-, Vier-* Vyfman
(7) Pathos Fol. Falmatis. Dracontimn Hederaceutn poly*
phyllutD. Plum- Amer. 49. T. 64 , 6$. Dracunculus fcan»
. * * polyphyllus. Plum. Fil. T. 207, 20*. Dracunc.
dens maximus, Plum. Spie, j.
m
» I
;3 iBl
U XI, StVMj
O