E E N H Ü I Z I G K K R U I D Ï Ï f ,
IV. „pig. De Takken gepaard, wyd gemikt, uit
de Oxels der gepaarde Bladen. De Bladen
H oofd- j , Eyrond , ftompachtig , elfen, geribd, eeni-
stuk. )3 nigermaate geftreept, Moeskruidig, aan den
j y iman' ,, rand ruuw, de onderden gepaard , de boVen-
,, den overhoeks , in Sceeltjes uitloopende zo
„ lang als de Bladen, wederzyds famengebecht,
,, door een drietardig , Vliezig , kort, breed
,, Stoppeltje. De Mannetjes Bloemen tweete-
,, gen ’t Blad over', op zeer korte eigene een-
,, bloemige Steelt] s ; met den Kelk tweeklep-
,, pig, Homp, agterom geboogen; van dertien
j, tot Degentien Liniaale regte Meelknopjes.
„ De Vrouwelyke Kelk, tweekleppig, eenzaam,
,, ongefteeld, in de Oxelen, met éénen Draad-
„ achtigen langen Styl en een enkelden Stem*
„ pel; waar op volgt één rond Zaadje, op een
„ Vleezigen Stoel, mee welken het afvalt,zit-
„ tende.”
De Heer Gouan merkt aan, dat de Blad-
fteelen aan den voet verbreed , met Oortjes ,
half omvattende zyn. De Stengetjes neerleggende
of hurkende met gezwollen Knietjes , en dat
de Mannelyke Bloemen, waarfchynlyk , niet
de tegenoverftaande Vrouwelyken , maar die
daar onder zyn, bevrugten.
P o t e r i d m , Pimpernel.
, De byzondere Kenmerken van dit Geflagt
zyn, een vierbladige Kelk en vierdeelige Bloem ,
wier
M o n o i r i a . 275
wier Mannelyken van dertig tot veertig Meel- lV.'
draadjes hebben; de Vrouwelyken twee Stylen xxilE
en de Vrugt beftaat uit twee bekleede Zaaden ♦ Hoofd-*
die vervat zyn in de verharde Kelk. Het bevat8TÜK*
de drie volgende Soorten.
Cl} Pimpernel die ongedoornd is, met eeniger- i.
maate hoekige Stengen. Ptterfa* ° ° S angutforbn
Op ruuwe Velden en woefte plaatfen komt Gewoone,
in de Zuidelyke deelen van Europa dat Kruid
voort, ’t welk men hier in de Hoven teelt èn
nahoudt onder den naam van Pimpernel, in ’c
Hoogduitfch Biebernell , Blutkraut of Megel-
hrauty in ’t Engelfch Burnet of Stom ■ Parjley,
dat is Steen -Peterfelie. Daar zyn echter meer
Kruiden, die den naam van Pimpinella voeren ;
fommigen met den bynaam van Saxifraga of
Steenbreekende , by ons Beverr.el , betrokken
tot het Geflagt van deezen naam *. Anderen * 2ie
hébben van ouds den bynaam Sanguiforba, y II*1St*
wegens de Bloedftempeade kragt , daar aan ’ ” 9%
toegefchreeven en hier van is de Groote, onder
den naam van Sorbenkruid, ook reeds voorgemeld
f . Die beiden komen in onze Provintiën + VII. ST>
wildbl* 33 *•
( l) Poitrium inerme , CaulibiiS fubangulofc. Syfl. Nat.
XII. Gen. 1059. Nég. XIII. p. 716. H. Cliff.\ 446. R. Lugdb.
240. N. i. Gort. Belg. 27?. Pimpinella Sanguifdrba minos
hiifuta. G. II. Pin 160. laeyis , y . inodora. Ibid. Pimpi.
nella Sanguiforba. Cam. Epit. 777. DOD. Pempt, lo;. Pimpinella.
Lob. Ie4 718.
S 2