IV. om deeze langs de Boomen kruipende Gewas«
MHL,fen by°a onvemielbaar te maaken. Ook wordt
H o o f d « haare Voortteeling , terwyl zy weinig Bloem
en Vrugt geeven, hier door, gelyk Plumier
„igt, aanmerkc, zeer begunftigd.
Behalve de Colocafia, voorgemeld, in Egypte
gemeen, vondc F orsraohl , in Arabie,
twee Soorten van Kalfsvoet, toe die van den
eerften Rang behoorende. De eene , naame-
lyk, Welke hy Geel noemt, hadt Voetachtige
. Bladen, de Blaadjes fpits Eyrond Onverdeeld,
en de Vrugtfteng korter dan de Bloemfcheede ,
ongedeeld. De andere, Fyfbladig gebynaamd,
hadt van vyf tot zes of zeven Bladen , Kroontjes
wyze , op een Steel, van hoogte als de Bloem,
die groen gedeeld was. Van de Arabieren werden
deeze beiden Dochaf genoemd (#).
D r a c o n t i u m . Speerwortel.
Een Schuitachtige Bloemfcheede heeft dit
Geflagt en een gedekten Vrugtfteel; vyf Bloemblaadjes
zonder Kelk; de Besfen veelzaadig.
Daar komen in voor, de volgende Soorten.
i^'actn- SPeerwortelwe*w« zeer korte Blomjieng;
tiumpely- fa
pkylhtm,
Ve«lb]*dig. (*) Flor. JEgypt, Arab. p, u yV
(1 ) Dracontium Scapo brevisfimo, Peciolo radicato lacero
3cc. Syjl. Nst. Gen. 1029. Vtg. XIII. p, 690. II. Cliff. 434.
R . Lugdb. ( , Arum polyphyllum , Caule fcabro pmiieante.
Hkbm. P*u T. p. 93. Amm polyphyllum Surinamenfè &c.
Ptüit. Alm, SU T. 149. f. I, Comm, Hort. Am/l.T. j2 ,
■ ■ ■
V sW m ï'T ? ' 1--JU . S È B S S m BÊSSÊBU/ÊÊÊÊÊ 11MË 1 1
IP9
de Bladfieel geworteld en ruuw: de Blaad- ^IV.
jes driedeelig, met Findeelige Slippen• xxn.
Ho o fd - %
Dit Veeïbladerig Surinaamfe Kalfsvoet heeft »tuk.
een gladden , donker rooden en fraay gefpren-
keiden Bladlteel, die zig in drie Bladen , welke
ieder nog eens driedeelig zyn , verdeelt. De
bepaaling is door den Ridder ontleend van eene
Plant, welke zig inde Kliffortfe Tuinbevondt,
en, na het verflenzen der Bladfteng, in ’t jaar
1737, uit den Wortel een Bloem gaf, zoals
P l u k e n e t afbeeldt, zeer van „die van c
Kalfsvoet verfchillende. De Vrugtfteel nog-
thans is ook in eene Bloemfcheede vervat. Ik
heb van Java een Blad ontvangen, ’t welk veel
gelykt naar deeze Soort.
(4) Speerwortel met Pylvormige Bladen , de
Bloem- en Bladjleelen gedoomd. tium Spi~
r.ofum1.
Deeze, op Ceylon groeijende, volgens H e r -Gsdoomd.
MANNUS , heb ik ook van Java bekomen, waar
in zelfs de Ribbetjes van het Blad gedoomd
zyn. Die twee Ceylonfche van den Amfterdam-
fen * Tuin , by C ommelyn , nooit Bloem
geevende, fchynen tot de voorgaande Soort te
behooren.
(3) Speer-
(a) Dracontium Fol. Sagirtatis, Pedunculis Tetiolisque acu-
Uatis. Fl. Zcyl. 328. Amm Zeyl. spinofum Sagitt* folii»,
Herm. Por. 75. Amm minus Zeyl. Raj. Suppl. 17,-.
N 4
H. DEEL. XI. STUK.
P l f