H n flHH
l i l
IVi van Weegbree geforteerd heeft, is het te b<?.
^XXIII. grypeTi 9 ^at ^et er eeD^szins naar gelyfcen
H oofd* moet. Het is klein en geeft Biesachtige Bla-
«to k den, uit den Wortel, omtrent een half Voet
, waar tusfchen de Bloemfteelen opfchie-
ten, die aan ’t end een Bloempje hebben met
vier zeer lange Meeldraadjes. Aan den voet van
deeze Bloemftengetjes groeijende Vrugtbegin-
zeis, die een Nootje worden van grootte als
Lynzaad , bevattende een witte Kern.
U r t i c a . Brandenetel.
De Mannelyke Bloemen hebben, in dit Ge-
flagt, een vierbladigen Kelk, en in deszelfs
midden een Bekerachtig Honïgbakje: de Vrou-
welyken een tweek'leppigen Kelk, met een enkel
glanzig Zaad. De Soorten, wier getal by
de twintig is, zyn ïn de twee volgende Rangen
onderfcheiden.
i.
Urtica
Pilulifera.
Pildraagende.
A. Paarbladige.
( i ) Brandenetel met gepaarde Eyronde Zaag-
tandige Bladen, de Vrugtdraagende Katjes
Klootrond-.
O)
(ï) Urtica Fol. oppos. Ovatis ferratis, Amentis Frudlife»
ris globoGs Syji. Nat. XFI, Gen. 1054. P~eg. XIII. p. 705.
Mat. Mei. 4*o. H. Cliff, 440. Ups, 28a. R. Lugdb. 209,
GOUAN Mortsi). 484. Urtica urens Pilulas ferens. C. B. Pin,
232.. Unica Romana. L ob. k , $22. Urtica urens prior. Dod,
Tempt, 152.
(a) Brandenetel met gepaarde Hartvormige W.
Zaagtandige Bladen ; de Vrugtdraagende XJQIL*
Katjes Klootrond. ' HOOFDSTUK*
f3) Brandenetel met gepaarde Eyronde byna Ir.
effenrandige Bladen ; de Vrugtdraagende Uni*A
Katjes Klootrond. Balearifche.
Van deeze wordt de eerfte, in de Zuidelyke n)Yarm.
deelen van Europa groeijende, Roomfche Netel Dodartfe.
genoemd. Zy heeft de byzondere eigenfchap,
van ronde Vrugtbolletjes te draagen , die uit
verfcheide Zaadhuisjes beftaan, ieder een enkel
Zaadje, als Lynzaad, bevattende. De Stengen
zyn omtrent een Elle hoog; de Bladen ruuw,
gefpitst, aan den omtrek ingefneeden , niet
minder brandende dan onze gewoone Netels.
Deeze groeit, als gezegd is, in ’c Zuidelyke
van ons Wereldsdeel, op allerley woefte plaat-
fen. Aan de tweede, welke naar dezelvegelykt,
wordt, volgens den bynaam , de woonplaats op
de Balearifche Eilanden, in de Middellandfche
Zee , volgens ’t onderfchrift in Indie , toege-
fchreeven. De Heer N. L. Burmannus
heeftze, dienvolgens , ook betrokken tot de
Oostindifche Planten , en de aanhaaling mede
gebruikt van den Ridder, uit welke men vermoe
(2) Urtica Fol. opp. Cord, ferratis 8cc. Urtica Pilulifera
lo l. Oord. circutnferratis. Ha l l . Helv. 27.
(3) Urtica Fol. opp. Ovatis fubintegerrimis Sec, Urt. altera1
pilulifera Parietari» foliis. DOD. Mem. IV. p. 323.
gJU DEEL. XI* STUK,