IV. of vierdeelig ; drie of vier Meeldraadjes en een
verwelkten Stamper. Het is naar den vermaar*
Hoofd* den V a i l l a k t , die zo veele fraaije Waar-
stuk» neemingen omtrent de Planten aan ’t licht ge-
bragt heeft, getyteld, en bevat de agt volgea-
de, meest Europsfche Soorten.
i. j Vatantii met de Mannelyke Bloemen drie-
Muïtiiu deelig, de Tweejlagtigen op een glad Vmgt-
^Gedcom- beginzel zittende.
Op Zandige, ruuwe, SteeDacbtige plaatfen,
die droog zyn , aan den Zeekant, als ook op
oude Muuren en Wallen , by Montpellier ,
MarfeUie , Rome , Livorno, en elders in de
Zuidelyke deelen van Europa , groeit dit Plant*
je, dat het uiterlyk a'anzien der Gefternde of
Kransbladige Kruiden (*) heeft , doch door
zyne Vrugtmaakingj’, zo wel als de volgende ,
zeer daar van verfchilt. Drie Bloempjes, die
Klokvormig zyn , heeft hetzelve by elkander,
waar van de twee bovenften driedeelig zyn en
onvrugtbaar ; het onderfte vrugtbaar en vierdeelig.
Het Zaad, dat Nierachtig is, zit in
een gedoomd , doch niet ftekelig Zaadhuisje.
Plet heeft vier Blaadjes by elkander aan zyne
gladde leggende Stengetjes. (2)
( l ) Valantia Flor. Masculis trifidis &c. Syft. Nat. XII.
Gen. ils i. Vég. »U1J p. 76Z. Gouan Monsp. f i 6. Val,
procumbeas glabra. H. Cliff. 468. R. Lag'lb. 158. Val. an*
nua quadrifblia vertieiiiata &c. MiCH. Gen. 1$. T. 7. Rubeola
echinata Saxatilis. C. B. Pin. 3 ?+• Cruciata Muralis
minimaj Romans. Cox,. Eepbr. l. p. *98* T. *97-
(*> Vertieiiiata ; zie II, D. VII. STüS» blads, i 6y,
(2) Valantia met de Mannelyke Bloemen drie. IV.
deelig, de Tweeflagtigen op een fiekelig
Vrugtbeginiel zittende♦ Hoofdstuk.
Deeze gelykt naar de voorgaande zeer, maar 1L
is grooter en geheel ruig van Gewas , niet neer-
leggende , eens zo groot en niettemin flegts een stekelige,
half Voet hoog ; anders byna van de zelfde gedaante.,
De Bloempjes zyn geel en komen voort
in lange ftekelige Hoorntjes. Zy greeit ook in
de Zuidelyke deden van Europa.
(r>) Valantia , die alle de Vrugtmaakingen met ni.
een Eyrond neergeboogen Blikje bedekt Gegapte,
heeft.
Een klein Plantje, dat B ü x b a d m op ’t Gebergte
in Klein Afie vondt, door hem Cuculla-
ria genoemd, om dat de Bloempjes in een Huiks-
wys geplooid Blaadje verholen zyn. Het is ook
vierbladig, en heeft een langwerpig Zaad.
(4) Valantia met de Mannelyke Bloemen drie- iv.
Af,, sparing.
aee Kleevende.
fa) Valantia Flor. Masculis trifidis &c. Valantia ere&a
hispida. H. Ciff. 468. Galium Fl. Masc. trifidis. ZiNN»
Goett zi i .
(3) Valantia Fru&ific. fingulis Braclel ovatA deflexA ob-
tcct'.s, Am. Acad. IV. p. 295. Cucullaria, Buxb. Cent. i.
p. 13. T. 19. f. a.
(4) Valantia Flor. Masculis trifidis Pedicellatis &c. H.
Ups. 3oz. Gouan Monsp. $16, Aparine Semine lxvi. VAU.I».
Paris. ig. T. 4. f. 3.