(.%) San tor ie met de Kelken omgekromd •Plui*
tnig) de onderfte Bladen Vinswyze getand ,
de bovenften Lancetvormig.
(9) Santorie met de Kelken omgekromd * Plui*
mig ) de Bladen Lancetvormig ^ einiger*
maate getand en (Völlig.
City) Santorie met de Kelken omgekromd - Flui*
mig, de Bilden Liniaal, verfpreid.
('r 0 Santorie met de Kelken opgeregt Plui-
mig; de Bladen Lier achtig met Tandjes;
die aan de Takken Lancetyormig effen*
randig.
Van deeze groeit de eerße in Switzerland,
Oofienryk en Finland ; de tweede in Siberie
en in Spanje: de derde op de Bergen der Zui-
delyke deelen van Europa; de vierde in Spanje
en Italië, de vyfde in Provence. Veel gelyken
zy naar malkander, door,het zonderlinge Netwerk
, waar mede de Koppen of Kelken als
ge-
(S) Centaurea Cal. recurvato-Plumofis Scc.' Cyanus Fol.
Cal. Plum*fis teflexis. A 3 . Coat. I. p. 20a. T. 6.
(?) Centauren Cal. recurv. Plum. &c. Ger. Prov. igj,
Cyanus Alp. Capitulo Retculato. Bocc, Mus, II, p. jo.
(10) Centaurea Cal. recurvato - Piiofis &c. Jacea Hisp. pu-
mila Linarlat folio. Tctujrnf. Inft, 44J, Barr. Ie. i£z.
(11) Centaurea Cal. eredèo - Plum. &c» Jacea Mont. incana
aspen, Laciniata , Capit. hispidis. C. B. Pin. 272, Jacea
cmn Squamis Pennatis. J. B, Hijf, lij. p. 19,
ÏV*
Afdrrl.
XXI.
H oofdstuk
«
VIII.
Centaurea
Capil.ata.
Gehaaitde.
IX.
Uniflora,
Eenbloemige.
X.
IAr.ifolia.
Viat'chbladige.
XI.
PeUinata.
Gskarade,
Wk' ■fff,.
geborduurd zyn , zettende de Pluimpjes zig
door den Regen op. Het Loof is , gelyk men XXI# *
uit de bepaalingen ziet, aaomerkelyk verfchil-HooFD-
lende. De laatfte heeft de Kelkfchubben als met stuk.
opftaande Penneveertjes bezet, welke de Koppen
geheel ftekelig ruig maaken (*>
(ia ) Santorie met kanthaairige Kelken; de _ Xi|. ,
Schubbetjes Eyrondde Haairtjes dun en nigra.
opftaande ; de Bladen Lierachtig gehoekt Zwaite*
en volmaakte Blommetjes.
Van de Geborduurde verfchilt deeze , door
dien de kanthaairige Schubbetjes niet puntig
zyn nog omgekromd, en van de gewoone Ja*
cêa, dat zy geen krans heeft van onvolmaakte
Blommetjes. Hierfchynt die nieuwe Plane, door
den Heer C H en a l drie Mylen van Bafel ontdekt,
te behooren, welke de vermaarde H a l ler
noemt, Jacéa, met de Wortelbladen half
gevind, de Stengbladen Eyrond Lancetvormig,
de Stengen hoekig. Die zelfde, naatnelyk, hadt
hv ook uit Engeland en Duufchlaad bekomen ,N
en,
(*) Zodanig een Kelkfchubbetje met zyn Penneveertje,
heeft de ger egde Heer Berkheï, in de u . Figuur van zy-
ne TweeJe Plan, afgebeeld.
( izj Centaurea Cal. Ciliatis, Squatnu’ä ovati 5tc. GoOAW
Monip- 45«. Jacea nigra laciniata. C. B. Pm. 171. Jaceï
Auftriaca lexta. C lus. Hiß. II. P- 7. T- J+5. 3 .
Centaurea Cal. Serr. ciliatisque &c. H. Cliff. 4J1- Lugdb. ,
119. N. 10.
1L D«t> XL STUK.
I
• ■ HF
f e f l
ntuBuHC