IV.
A fd e e l .
XXV.
Hoofds
t u k .
Tviethtti-
P‘ge.
felie, dikwils gebruikt tot verfiering der Schot-
telen, die op Tafel komen: want het trekt in
Smaak veel naar dezelve , en wordt, dewyl
het Heefterig is , de Peterfelie - Boom geheten.
De Wortel is ook aangenaamer dan het Kruid,
en zet , gekookt zynde, het Water fterk a f ,
des menze tegen ’t Graveel en zelfs in Ve-
nuskwaalen, gebruiken laat. Dus befchryft dé
Ridder deeze Soort.
Het Boompje heeft de Bladen twee- of drievoudig
gevind, met Lancetvormige, ongelyke,
Zaagswys’ kanthaairige, effene Bladen. De
Bloemfteel is ongeregeld Takkig, gegaffeld of
gearmd. De Kroontjes zyn byna naakt; de
Besfen tweewyvig, tweezaadig:, deZaadeo een
weinig famengedrukt, gefléüfd. ■;
•Ü- #
m ® \
NAj
TT\us heb i k , byna onverhoopt, het einde
bereikt van myne befchryving der Kruiden.
Ten derden maale heb ik het geheele
R yk der P l a n t e n , volgens het St e l -
zel der S e x e n , doorloopen, en eerst ag-
tervolgelyk de Boomen, vervolgens de Heejiers,
eindelyk de Kruiden voorgefteld, na dat ik de
Paltnboomen , als de voornaamften, vooraf had
laaten gaan. Het meest van belang zynde, zo
ten opzigt van derzelver Groeiplaats, Geflal-
te , onderfcheiding en Vrugtmaaking , als ook
het gebruik , dat men van derzelver deelen en
Voortbrengzelen , in de Huishouding en Samenleving,
of in de Geneeskunde maakt, heb
ik beknoptelyk gemeld, naar dat zy voorkwamen
in de orde der KlasfeD, Bangen, Geflag-
ten en Soorten van het Samenftel der Natuur ,
’c welk de Groote L innj iüs zo fchrander
heeft ontworpen en voltooid. |
’t Getal der Geflagten , die ik befchreeven
heb, zal omtrent twaalfhonderd zyn en dat der
Soorten beloopt verfcheide duizenden. Hier
mede , echter, is de befchryving der Planten
wel ver heen gebragt, maar niet volkomen geëindigd.
Van de tien AfdeeÜDgen , door my
indeN a t d u r l y k b M e t h o d e gemaakt,
zyn flegts de gemelde vier geboek*
ftaafd,
Dd 3