’er op alle de Ladrones overvloed van hadt,
maar hy hoorde ’er niet van fpreeken op eenige
andere plaats.
Door V a l e n t y n is deeze , onder den
naam van Sockomboom , befchreeven, doch hy
verfchilt van de Ansjeli aan de Malabaarfe
Kust voorkomende. Men weet thans dat hy in
geheel Indie gemeen is en op de Ooftelykfte
Eilanden, inzonderheid in de Groote Zuidzee,
de voornaamfte Spyze voor Menfchen, Vee
en Vogelen, uitlevert. Lord A js s o n nam ’er,
byzonderlyk op ’t Eiland Tinian , een der ge-
dagte Dieven Eilanden, twee Soorten van waar,
de eene eigentlyk Broodvrugt, Rima, de andere
Ducdu genaamd. De eerfte groeide aan een
Boom , wat grooter dan onze Appelboomen,
zegt hy, met breede donker groene Bladen,die
v y f Infnydingen aan ieder zyde hadden. Zeer
liegt is dan die Boom in zyne Reisbefchryving
afgebeeld. De Vrugt, aan Steeltjes als Appelen
hangende , was byna rond, zeven of agt
Duimen in middellyn en hadt een dikke taaije
Schil, aanrypende geel van Kleur. De Ducdu
geleek ’er veel naa , doch hadt de Bladen langer
en niet zo veel ingefneeden; de Vrugt van
byna gelyke grootte, maar van figuur als een
Meloen, bevattende dertien of vyftien Zaad-
Pitten of Nooten , als kleine Kardengen , die
gebraden zynde zeer wel fmaakten. Het Scheepsvolk
gebruikte , geduurende hun verblyf op
Tinian, geen ander Brood. Dit hadt alleen ’t
Se“
gebrek , van, oudbakken zynde, wrang te worden
en fchilferig , eenigermaate (zegt hy^ als
het Aardappelen - Brood , in de Westelyke dee-
len van Engeland. Men kon het echter hier
voor bewaaren , door het, nieuwbakken zynde,
aan Schyven te fnyden en ih de Zon te
droogen ; waar door het de fmaakelyklte Bis-
kuit wkrdt (*).
Nader is deeze Boom bekend geworden, door
den Reistogt van Kapitein Cook naar de Zuidzee,
in den jaare 1769 en I77°» met ^ ee"
ren Banks eo So l ahd e r * Aan het Enand
Tahiti, federt zo vermaard geworden, komende,
bragten deszelfs Opgezetenen hun onder
anderen de Broodvrugt, die hy zegt te groeijeü
aan een Boom, van grootte byna als een mid-
delmaatige Eik, hebbende de Bladen ovaal en
dikwils anderhalf Voet lang, met diépe Infnydingen
als die van den Vygeboom , naar welken
zy geleeken door hunne dikte, kleur, en
door een Melkachtig Sap, dat zy , gebroken of
gekwetst zyDde , uitgaven. De Vrugt hadt
ongevaar de grootte en figuur van eens Kinds
Hoofd, met de Oppervlakte Netswyze als die
van een Truffel, gedekt zynde met een dunnö
Huid ; den Steel als het Hecht van een Mes-
• jdf
Èxtratl frtin Ltrd Anfoks F’tyige to tbe Sintb Stai
by JOHN E-llis I77f. In ’t Nederduitfche Werk van AN.
«ÖN , by den Bóekverkooper Is. Tirion uitgegeven, vindÉ
ineft de befchryving wat verfchillende.
É e ft
II. DSEt* XI* STUK*