IV.
A fd eel .
xxu.
H oofdstuk.
* Zie U.
D. V. ST.
bl. 167.
fte kwam voort aan den voet van den eerfte®
Mannetjes - Ciftus 4 die onze Tiende Soort is*
hebbende witachtige Bladen en fchoone Róoze-
kleurige Bloemen *. De Wortels, naamelyk ,
van die Gewasfen, ftryken langs de oppervlakte
van den Grond * en geeven dit Bygewas uit ,
welk, eerst zig openbaarende, als paarfch of
rood Fluweel is, dan,opfchietende in de gedaante
van Huislook , bleeker wordt en beftaat uit
fappige Schubben , aan ’t bovenfte zyne Bloemen
voortbrengende, welke volmaakt naar die
van den Granaatboom , in ’t Griekfch Kytinos
genaamd, gelyken. Het wordt van de Jongens
en Herders, zegt hy, gekaauwd; doch is wat
wrang en zuur. Het verdikte Sap wordt in
de Apotheeken , ten diende van eenige oude
Winkel middelen, nagehouden. He t is van eene
nog meer famentrekkende hoedanigheid dan dat
der Slee-Pruimen : des men kan begfypen, dat
het cp zig zelve, tot inwendig gebruik, ge-
vaarlyk zy (*).
Onder de Veelmannigen, die nu volgen, komt
qa de Xylopia en Grewia , die tot de Böomen
behooren, eerst het Geflagt voor van
A m b r o s I n i a .
Dit heeft eene eenbladige Bloemfcheede 9
die
{*} Vergelyk my»e befchtyving van den Sleedoorn, in t
II, D. 11. STUK | deeier Natuurlek* bl, J7 6 , «nz.
die door een middelfchot verdeeld is; de Meel-
draadjes komen aan de binnen-, de Stampers
aan de buitenzyde voor. Hoofd*
De Afbeelding en befchryving van dit Kruid ( i ) *TÜ**
heeft M o r i s o n ontleend van den-fchrande- Ambr»fi.
ren B occone, door wien het in een Bofchjeniau \ &
der Franciscaanen , op Sicilië, ontdekt werdt. Undfch*.
„ In Wortels en gevlakte Steng, (.zegt hy,)
,, komt het met de andere Soorten van Arifa-
, rum overeen , maar de Bladen, een Duim
** breed en twee Duimen lang , van onderen
” wat Ribbig, en over den Grond verfpreid,
, gelyken naar die van ’ t röndbladig Fonteinkruid
zeer. De Bloem is korter en als een
„ Wevers - Spoel gaapende, met een klein Haai-
„ rig Stampertje, aan ’t end gelpitsc en Haaks-
„ wyze omgekromd.” Het groeit, volgens
L in n -ieus, ook in Barbarij,
A r u m. Kalfsvoet-
De Bloemfcheede is eenbladig en Huikachtig
of gekapt in dit Geflagt, welk den Vrugtfteel
van boven naakt, van onderen Vrouwelyk, in
*t midden met Meeldraadjes bezet heeft.
Het bevat twee- en-twintig Soorten, waar
van de vier eerften Samengeftelde, de volgenden
eokelde of eenvoudige Bladen hebben, zynde
bei*
( , ) Ambrofinia. Syft, N*t. XU. Gen. l2Jt. Vog^ XIII.
p. 6*9. Sp. Pityt, 6oS. Atifarum Potati\ogeti Folio. *BOQC,
$ic. So. T. »6. MORIS. Hift. III. p. i* 4. S. U. T.6. f.I*.
M 3
II, Deel. XI* Stok,