. IV- Virginie gebruikt* om de Ontvelling op deRiig
xsi. Paarden 9 door den Zadel of het Tuig ont-
H oofd- ftaan, te geneezen. Het zyn tweejaarige Plan-
*TÜK* ten.
Rudlècfca C 5 ) Rudbeckia met gepaarde Lametvormig
•ppofitifo- Eyronde Zaagtandige Bladen; de StraaliaarM*
blaadjes tweedeelig.
dige.
„ VT- (ö) Rudbeckia met gepaarde Liniaale effen-
£ ?M" randige Bladen.
Smalbla*
dige. Men onderfcheidt deeze beide Virginifche
ligtelyk dóór *het Loof. Zy hebben zeer lange
Goudkleurige Straalen; maar de eerfte hetmid-
delftuk geel, de andere donkerrood. In deezè
zyn de Kelkfchubben Elsvorhiig , uitgebreid,
de Zaaden zonder Puntjes.
C o R E ó P s i S i Wantszaad.
Een Kaffigen Stoel, gelykdevoorigen, heeft
dit Geflagt, maar het Zaad is tweehoornig en
heeft in’ fommïgen de figuur eener Wants of
Weegluis , waar van de naam: de Kelk opge-
regt, veelbladig, aan den voet met uitgebreide
Straalen omgeven. Elf Soorten zyn ’er in be-
greepen, naamelyk
CO
(s) Rudbeckia FoJ. oppoiïtis Lahceolato • ovatis lêrratli.
Gron. VÏTg. I jl.
(6) Rudbeckia Fol. oppofitïs Llnearibus integeminiï. GROff*
firg. l%z. MlLL. Dia. X. *14. f. a.
Y N G E N E S IA. *7
(O Wantszaad met meer famengefteld Vins- IV.
wyze Liniaale Bladen. ^ xxrf1*
Hoofö*
(2) Wantszaad met gevinde Zaagtandige ge-stuk.
ftreepte gladde Bladen. i.
Cbreopfil
( 3 ) Wantszaad met gevinde Zaagtandige
Bladen, de Bloemjtraaien van ver/chïllen- Kransbi*»
de Kleun dlg‘ 11.
__ 11 , Coronata.
Deeze allen hebben de Kelken en de gedaan- Gekroond,
te van het Kruid, dat men Bidens of Tweetand m-, Leucantbi.
noemt, wegens t Zaad ; hier voor befchree- wubio«*
ven, en zouden daar toe te betrekken zyn, in- m‘s*
dien zy niet een breed geftraalde Bloem hadden
als een klein Zonnebloempje, tot deezeö
Hang behoorende. De eerfte, in \ byzonder,
heeft het Loof zeer fyn, byna als dat van Velkel
of van Ridderfpooren verdeeld , en de Indiaa.
nen , inde Westelykededen van Virginie, kleuren
daar mede, hoewel de Knoppen geel zyn , het
Linnen rood. De tweede en derde groei jen in
de
(?) Cereopfis Fol, decompofito - pinnatïs Llnearibus. Syfl.
Nat. XII. Gen. 981. Veg. XIII. p. t. Cor. Fol. erricil»
!?tis &c. Gron. Virg. II. p. 131. Ceratocephalus Dejphinli
folio. Ehret, Pit}. T. 9. f. b Chryfanth. Marianutn &c.
PLUK. T. 344- f. 4.
(1) Cereopfis Fol. Pinnatis Sertatis Linaatis glabris. Ceratocephalus.
Vaiul. Bidens pentaphylla Fl, radiato. Plum.
lc. s i • f. *.
(3) Coreopfis Fol. Plnn. Serr. Floram Radio direrficolore,
Am. Jtcad. IV. p. 291.
1 - 9
■
PM*
B