IV. Wegens de vierhoekige Kelken kreeg dit
xxlL‘ Kruid> dac 0ok io Virginievoorkomt,by Dil-
H oofd lenius den naam van Tetragonotheca, welkGe-
‘jfeSLufc W - LiNNiE üs vernietigd heefc , door de
lyk° Ve“t ' eenigfte Soort, die Zonnebloemachtig gebynaatnd
v/yvery. waSj hier t’huis te brengen. Naar de grootfte
Soort van Doronicum gelykt het Loof zeer.
Het bereikt niet meer dan één of twee Voeten
hoogte. De rand - Blommetjes, niet boven de
twaalf in getal, zyn diep in drieën gedeeld, en
brengen een Eyrond Zaad voort. C layton
noemt dit Kruid Zannebloem met groote ftyve,
onverdeelde Bladen tegen elkander over en
groote geele Bloemen, wier Schyf door de
rypheid zwart wordt, den Kelk met vier gezwollen
Blaadjes omringd en eenen dikken ruikenden
Wortel hebbende. De Engelfchen noemen
het, volgens M i t che l l , Meloen-Ap-
pel-Bloem, in Virginie.
iv. (O Paarlkring met Lancetvormige Bladen en
£ s ? etne Heejlerige Steng.
Tandsaadig.
In de Bosfchen by Karthageua in de West-
indiën, vondt de fchrandere Heer Ja cquin
dit Kruid, dat zyn Ed., ter eere van den Je*
nafchen Geneesheer W e d e l i u s , dus benoemgonötheca
Helianthoides. Sf>. Plant. 1373. Tetragon. Doro-
nici maxirai folio. Djll. Elth. 378. T. *83. f. 365.GBON.
Virg. i i 8.
(4) Polymnia Fol, Lanceolatis , Caule Fruticolö. Mant.
ij s . Wedelia Fiwteacens. j ic q . Amer, 117. T. 130.
ü SE EH s i ■ ■ ■
S V H C E N E S l A - V
noemde. Het was Heelterig, H™”iende. met
Houtige , ronde, gearmde Ranken; de Bladen XXI#
fpits Eyrond, Zaagtandig, wederzyds
bebbende: de Bloemen eenzaam, byna ende-
lings, geel van Kleur, omtrent een Duim D re e a ,^ ^ .
Diep uitgerand zyn de Blaadjes der Blommetjes
aan den omtrek ; iets byzonders in deeze
Soort; zo wel als een Zaadkuifje van omtrent
tien Tandjes , dat dezelve van de voorgaande
onderfcheidt, hoewel zy ook den Kelk vierbla-
dig heeft. Dewyl de middel - Blommetjes zo wel
Zaad vóórtbrengen als de anderen , fchynt zy
eer tot de Overtollige Veelwyvery te behooren.
C h r ? s o q o e »um. Goudhoek.
Een Kaffigen Stoel , een drietandig éénbla-
dig Zaadkuifje, eèn vyfbladigen Kelk, heeft dit
Geflagt, welks Zaaden , ieder, met een vier-
bladig Kelkje omkleed zyn.
De eenigtte Soort ( i ) , ook in Virginie groei-
jende s wordt Pluizige Fïrginifche Chryfanthnum frir.
met een geele Schyf ,-doorvyf Bloemblaadjes*^«“*-
verfierd, van Pluk ene t geheten. Het heeft „u^.
zagte , van onderen gryze , lang ge Heelde ,
Zaagtandige Bladen, die Pluizig ruig zyn , zo -
wel als de Steng. Het heefc de Schyf omringd
met
fi) Chryfogonum Fetiolis Folio longioribus. Syjl- Nat.
rr r.XIU Gen. ?«*• XIII. p* °58. nfi . uC M» . *4 *4 . Gros.
Virg. 13 3. Chtyfanthemum Virg. Villofum Disco luteo qui-
nis Petalis ornato. Pluk. A'm. 100. T. Sj. t. 4, Si T. Hl.
f. 3.
'im
n r a n 1
u*M I
KI
1'$-£k
JHP