*■ ' IV. der Bloem ia de Vrouwelyken met vyf Stylen,
waar op een Befieachtige Vrugt volgt, meteen
H o o fd ‘ e n k e l Z a a d -
■ tuk. De eenigfte Soort ( i ) , door de gezegde Vrugt
jundd vooraaamelyk van de Hennip verfchillende »
CoJu&ina.komt in Zoutige Moerasfen van Virginie, inde
Mrirgiiu* jHerfst, overvloedig voor Zy heeft de Stengen
en BlaJfteelen rood , glad en glanzig j de Bladen
enkeld, lang Lancetvormig, gefteeld, over-
hoeks: geele Meelknopjes in de Mannetjes, de
figuur hebbende van de Letter X ; en het Zaadhuisje
in de Wyfjes met vyf Sleuven. By B au*
B i m is vindt menze Virginifche Hennip genaamd,
als naar de Mannetjes-Plant veel gè-
lykende.
C a n n a b i s . Hennip.
In de Mannelyken van dit Geflagt is de Kelk
vyfdeelig , zonder Styl; in de Vrouwelyken
cenbladig, onverdeeld, opzyde gaapende,met
twee Stylen en de Vrugt een tweekleppig Nootje,
binnen den geflooten Kelk.
Hier van is ook maar ééne Soort bekend ( i ) ,
Cmmaiis daar
fêtivm.
Tamme. ^ Acni(Ja, Syft. Nét. XII. Gen. 1114. Peg. XIII. p. 74*.
MlTCB Gen. 18. Am. Ac é i III. p. 19. Cannabis Fol.
plicibu*. GRON. Virg. 14a, 153. Cannabis Viiginiana. C.B.
Fm 32O.
(1) Cannabis- Syft. Nét. XII. Gen. M ij. Ptg. XIII. p.
742. Cannabis Fo). digitatis. H. CUft* 417* Ups% sp/.JiMét»
Mti.
daar men insgelyks Mannetje van heeft en Wyf- IV.
je of onvrugtbaarc en vrugtbaare Hennip. Naar x>civ*
den Latynfchen naam Cannabis, noemt menze Hoofd-
in ’t Spaanfch Canamo, in *t Franfch Chanvre ,8TUB:*
in *t Engelfch Hemp, in ’t Hoogduitfch Hanf* dJ**tanm>
In Oostindie, daar dit Kruid ook groeit, wordt
het Ginje by de Javaanen en aan de Vaste Kust
van 'Indie , als ook in Perfiè Bangue geheten*
De Arabieren noemen het Axis, de Turken
AJarath.
’t Is een Gewas, dat dikke ronde Houtige
holle Stengen voortbrengt, van vyf of zes
Voeten hoogte, fomtyds Takkig en zig dan als
een geheele Boom yertoonende, fomtyds ongetakt,
gelyk meest plaats heeft, wanneer het op
Akkers, digt by elkander, gezaaid wordt. Het
Mannetje , dat ohvrugtbaar is en enkel Bloemen
draagt, fchiet hooger op dan het Wyf je. Beiden
hebben de Bladen Vingerachtig in zeer
fmalle flippen verdeeld , ruuw, donker groen
en zeer zwaar van Reuk, aan de kanten Zaag-
tandig. DeZaaden, die de Wyfjes Hennip in
de Oxels der Bladfteelen draagt , zyn iedereen
bekend. By den Gemeenen Man wordt de Zaad-
draagende het Mannetje geheteD.
Dat
JMed. SS7. B-» Fugib. 2*1. Gort. Belg. 221. Cannabis fa-
tiȕ. C. B. Fin. i2o. Cannabis foecunda. Dod. Ptmpt, j3 j .
Cannabis. Lob. ïe. fig. Cannabis erratica. C. B. Pin. 320.
Lob. Ie. 526. Cannabis fterilis. DOD. Penpe. siS» Cannabis.
AUMPH. Amb, v. T* 180»..
U. DHL. XI. STUK.