f l ö
u ^ . (p). Melde met een Kruidige Steng, de V ro u -
XXV. * welyke Klepjes groot , driekantig, uitge-
IIooFr- hoekt.
STUK.
ix. (io) Melde met een K ruidige uitgebreide Steng,
fiaßlLT dé Bladen byna driekantig, Lancetvormig;
fiekbiadi. de Kelken der Zaaden aan de Schyf ge-
’ x tand.
Patula.
Spitsbiadi- ( i l ) Melde met een Kruidige opgeregte Steng
c'Xl en alle Bladen cffenrandig L inia a l.
Zsmafbk- Deeze drie Soorten van Wilde Melde, komen
in ons Wereidsdeel op veelerley plaatfen aan
Wegen, in Tuinen,op Mesten Vuilnishoopen,
doch de laatfte inzonderheid aan de Oevers van
Meïren en Stranden voor, ’t welk zy met de
Gefnipperde gemeen heeft. Zeer overvloedig
vindt men deeze , die door de fmalte haarer
Bladen uitmunt, aan de Dyken langs den gebeden
omtrek der Zuiderzee, die eenig Voorland
O ) Atriplex Caulc Herbaceo, Cal. Valvulis fcemineis
magnis &c. Gort. B>lg. 289. Flt Suee. 827,921. dal.
Paris. 305. Atriplex lylv. Po!. Haftato f. Deltoide. Moais.
Hiß. 237. Atriplex fylv. anima , Fol. Deltoide ttiari?,u!ari
finuato & nuicronato, MORIS. Hiß. II. p. 607. S. s. T.
32. f. 14.
(10) Atriplex Gaule Herbaceo patulo Scc. Gokt. Belg.
289. Fl. Suee. 8t8, 922. DALIB. Par. 3os. R, Lugdb. 21g
Atriplex angufto oblongo folio. C. B, Pin. t i9. Atriplex fylv*
Polygoni f. Helxines foliis, Lob, le. 257.
( n ) Atriplex Caiile Herbaceo ereóto &c, GORT. Belg,
289. R. Lugdb. 218. Fl, Suee. II. N. 923. Atriplex angus-
tismo & loügisfimo folio. KERM. Lugdb. 7p.
land hebben» Voorts verfchillen deeze wilde
Kruiden meest door het Loof en door het gene xxv.'
in de bepaalingen is opgetekend. Zy vergaan Ho o id -
jaarlyks en komen weer te voorfchyn uit ge-,
vallen Zaad.
( i a ) Melde met een Kruidige wyd gemikte
Steng; Lancetvormige Jlompe effenrandige Peduncui*.
Bladen, de Wrouwelyke Kelken gejteeld. G;ftee!de.
Èene andere Soort, aan'de Zeekuften van Engeland*
en Deenemarken voorkomende, is dee-
t z , die door het gezegde inzonderheid van de
anderen verfchilt. Zy blyftlaag, en heeft Zaadhuisjes
naar die van ’t Herderstaskruid gelyken-
de, driekwabbig , op taamelyk lange Steeltjes,
Een dergeiyke vindt men in Engeland, met zeer
kleine Blaadjes.
Op Ysland valt de gefnipperde en fpitsbladi-
ge Melde. De eerde en de Smalbladige heeft
de Heer B u rma n n u s van Java ontvangen.
In Egypte kwam den Heer F ors ka oh l , beh
a lv e de Zeegroene en Porfeleinachtige offtomp-
biadïge , aan de Grafplaatfen by Alexandrie
eene
(12) Atripleec Caule Herbaceo divaricato, &c. Am. Asad.
IV. p. 296. Hüds. Angl. 378- Atriplex maritima Setnine
lato» RA). Ang. 11) • p- UJ. Atriplex tnaxit. Halimns di£ti
liutnilii erefta &c. Pluk. Alm. T. 35. f. 1. /6, Atr. mi.
ritlma nestras , Ocyrra minoris folio. Raj. Angl. III, p #
35).