140
Afdeel naar *È ^ranfch Penfée noemt , komen in de
xxu *Duinvaleijen en Hoven van ons Holland, op
H oofd
STOK.
Een vjy
very«
dorre Zandige Gronden , in de Wouden van
Vriesland , en elders, in onze Provinciën, als
ook door geheel Europa , voor. Het is een
Plantje dat de Steng Takkig en neerleggende
heeft, de Bladen Eyrond - Hartvormig en de
Bladfteelen met kleine Borfteltjes, doch aan de
Takken half Vinswys' ingefneeden Stoppeltjes.
De Bloem, veel grooter dan de Kelk, dieZaag-
tandige Spooren heeft, is zeer fraay met ten
minften drie Kleuren getekend» De bovenfte
Blaadjes zyn Violet, met een zeer fyne Haak
righeid; de middelften geelachtig bont, heton-
derfte Hemelfchblaauw. Zy komen ook van boven
paarfch , op zyde of in ’t midden geel en
van onderen wit voor, met zo veele mengelingen
en veranderingen, dat ’er de Duitfchers den
naam van Sibenfarben Blumlein , dat is Zeven-
kleur - Bloempjes , aan geeven. Men vindt ’er
evenwel ook die maar tweekleurig zyn, van
kleiner Gewas en Bloem j blaauw en geel, of
blaauw en wit of enkel wit met geel. In Swee-
den, zo wel als in Switzerland, maaken deeze
een zeer gemeen Onkruid in de Velden en Tuk
nen , doch de eeritcn worden, om de aartig-
heid, in de Bloemhoven geteeld, alwaar zy zig
zelf zaaijen en ook genoegzaam een Onkruid
worden. De Duitfchers heeten ze Freysfam•
Iraut, de Engelfchen Patijies of Hearts - Eafe,
dat is Harts - vermaak. Wat den naam van
■ 1 ■ WM
Dritenhtids - Bloem aangaat, dien vind ik , in Iv.^
zeker opzigt, wat aanftootelyk. Van de Twee- sxu
kleurigen maakt H a l l e r een byzondere Soort» Hoofd-
De Driekleurigen vallen ook aan de Kaap en in
J apan. »ia.
Of de Franfche naam Penfêes van de aartige
mengeling van Kleuren in deeze Blommetjes,
welke tot denken aanleiding geeft, dan van het
voorgemelde afkomftig z y , is my duifter. Iets
anders , daar men te vooren niet om gedagt
heeft, zou ze dien naam met regc kunnen doen
voeren. L i n n a u s , naamelyk , merkt aan,
dat nergens, byna, zig het werk der Bevrug*
ting in de Planten zo duidelyk, dan in dezel-
ven , openbaare; doordien de Stempel, of het
bovenfte van den Styl, Trechterachcig open
is: ’c welk alleen maar plaats heeft in die van
„deezen Rang. De Styl maakt met het Vrugt-
beginzel een rondacbtig Knopje uit, in ’t midden
van de Bloem, dat als een Kruikje of
als een Zoutvat is gefatfoeneerd.
(17) Viool met een driekantigeenkelde Steng, xvil.
langwerpige Bladen en Vindeelige Stop- grand#*-
peltjes. ra crootbloemige,
(18) Vi-
( 1 7 ) PM* Cauk triquetro fimplici &c. Mant. iu>.
Viola Caule triq. eiefto Scc. Hbd j . Angl. 351. Viola
l&ontana tricolor odotatiifinw* C. II* Pin. 199. Vipla Mont>
iutea gcandiflora. C. B. Pin. aoo. BARE» It» 691,691«,
m
I
Ü