3<* S a m é n t è e u c ë K r u id e n
AfJeel. eD’ ako zy in' ’l voom^mfle overeenftemt
XXI. mee deeze Soort, zie ik niet, waarom zyn EcL
H oopd- het een hieuwe Plant noeme. Alle Blommetjes,
zegthy , zyn tweeflagtig en de Kelken, door
hunne byhangzels, dat de gedagte Schubbetjes
Eyn, zwart gehaaird (*).
Centlurea ^*3) Santorie met Kanthaairige, Kransivys*
Kuata4 gebladerde Kelken , de Bladen Lierachtig
getand en ftomp.
Een zeer laag kruipend Kruidje, dat ook in
de Zuidelyke deelen van Europa groeit, maakt
deeze uit. De Kelken , die in een Bladerige
Krans zitten , beftaan uit fmalle Schubben ,
welke zwart gerand zyn , aan de punt .geefe
Haairtjes hebbende; de Bloem is paarfchachtig.
Het heeft alle Bladen fomtyds effenrandig.
Montana. 0 4 ) Santorie met Zaagtandige Kelken, af»
Bergfe, hopende Lancetvormige Bladen , en een
geheel eenvoudige Steng.
De
(*) Htlv. inchoat, I. p. go. Zie de Schubbetjes van dee-
ze , aanmerketyk van de voorgaanden verfchiilende, by den
Keer Berk HE?, in Tig. i j .
(13) Centaurea Cal. Ciliatis, verticillato - fóliofis &c. MiLL.
Ie. i$2. f. 2. Jacea humilis alba Rieiacii folio» C» B. Tin.
271. Moris. 111. S. 7. T. *8, f. rg. Jacea pumilis ferpens
&c, Lob. Ie, ï 42.
f u ) Centaurea Cal. Setracis, Fol. Lanceol. decurrentibus
&c. H. Ctiff, 422. Ups. 270, R. Lugdb. i js . N, 8. Gouaw
idonip. 45% Cyanus Mont» latifolius, f, Veibasculum Cyanoidcs
De voorgaande is men gewoon Jacéaas te l&L
noemen, doch die de Straalkrans der Bloemen
kenbaarer hebben, begrypt men onder de Cya- Hooed-
nusfm 't gelyk deeze, welke een niet onaanzien-
lyke óverblyvende Bloemplant uitmaakt, wier
Loof eenigszins naar dat van \ Wollekruid ge-
lykt. Haar natuurlyke Groeiplaats is op de
Switzerfche en Ooitenrykfe Gebergten. De
Bladen zyn fomtyds breeder , fomtyds langer
en fmaller; de Bloemen , gemeenlyk in *t midden
paarfch, met een Hemeifchblaauwen Krans
van ongelyk verdeelde Blommetjes, komen ook
wit voor. De Steng is gebladerd, gevleugeld en
fchiet op van één tot twee Voeten hoogte.
( iO Santorie met Zaagtandige Kelken , en xv.
^ r*i 1 j j CentauteA Liniaale efenrandtge Bladen , de onder• cyanus.
fien getand. E S T
Die zeer bekende Bloemen, welke het ftaan»
de Koorn, in geheel Europa, niet minder door
haare Hemelfchblaauwe Kleur verfieren , fals
de zogenaamde Koorn- of Klapper - Roozen door
haar Menie - rood, worden by ons Koornbloe*
men,
noides. C. B. Pin. 073. Cyanus majir. Dod, Tempt. 251.
LOB. Ie. j,8 . $ jacéa integrifolia hutnilis. C. B. Pin. 271.
Predr. 127. HALL. Htlv. inchoat. I. p. 8*. N- l 9c>-
( i j ) Centaurea Cal. Senatis , Fol. Lin. imegerrimis &«.
Mat. Mei. 408. GORT. Bdg. 249. GOUAN Monsp. 438,
kram. Auftr. 259. Tl- Suec. 710 , 776, R. Lugdb. 139*
Cyanus. C. B. Pin. *7i- Cyanus vuig. LOB. /«. 546,
Cyan. Hoitenfis Fl. fimplici ct pleno. C. S. Pin- *73»