IV.
A fd e e l .
XXL
H oofdstuk.
Notdzaak.-
lyki t'eel
•wtyvery.
Resmarl-
nifolia.
Rosmaryn1
bladige.
Tl . LXX.
Fig. a.
tig, van binnen wit , z o B o e u h a a v e , op'
zyne Afrikaanfche Goudsbloem , met fmallö
Crocus - Bladen , aantekenr.
Dat het gedagte verfchilt uit de groeijing
deezer Plant, ’t zy in de Tuinen hier gezaaid,
of aan de Kaap in ’t wilde , oirfpronglyk zy,
is niet onwaarfchynlyk, gelyk B e s g i u s , die
de gekweekte befchryft, aanmerkt; ftellende,
dat de regtopftaande, met Rosmaryn - Bladen ,
van P l u k e j m e t , van zelf gefprooten zy. Ik
vind vangeene Heefterachtigheid gewag gemaakt
in deeze Soort, welke, zo wel in ’t wijde, als
in de Tuinen, een Kruidig Plantje fchynt te
zyn , als gemeld is , met korte Stengetjes, hebbende
het Loof van een Waterigen Lymerigen
Smaak* Hierom fchynt my dat Heefterig Gewas,
met Houtige SteDg en Takjes, alhier in
Fig, a , op Pl aat LXX, afgebeeld , hoe
zeer ook in veele opzigten mêt de befchryving
van B e r g i u s ftrookende, een verfchillend
Kruid te zyn, dat ik Rosmarynbladig noem.
’t Gewas is , volgens het Exemplaar, meer
dan een Voet lang, *t welk ik van de Kaap
bekomen heb, een Houtig Heeftert je, met dunne
, ronde, wyd fpreidende Takken, uit een
dergelyke Steng gefprooten en roodachtig bruin
van Kleur. Deeze Takken zyn zeer digt bezet
met Blaadjes, van een half Duim langte, die
langs dezelven afloopen en aan den voet een
weinig verfmallen, voor ’t overige Liniaal, aan
’ê end gefpitst, van onderen rond, van boven
plat of Geutsehtig, ongehaaird, op de kanten W* ,
geel. Niets , dat naar Tandigheid of verdeeling xxu
gelykt, is aan dezelven te befpeuren. De Bloem- Hoofd-
fteelen , omtrent half gebladerd, boven naakt,
zyn eenbloemig en ruuw door-Wrattige punt•neces/*ri^
jes , zo wel als de Kelken, die maar uit ééne
ry van Blaadjes, omtrent tien in getal, hierby
4 vertoond, bettaan. Blykbaar is de Bloem ge-
ftraald, hebbende Tongblommetjes als/, met
doorloopende Streepjes ,aan de onderzyde ros,
van binnen geel, aan ’t end wel (lomp, maar
driepuntig. Uit den voet derzelven, die Pypach-
tig is , bomt een Styl voort , met twee zeer
lange , Rolronde , bruine Stempels en eenige
onvolkomen Meeldraadjes. De Schyf- Blommetjes
c, in vyven als gewoonlyk verdeeld, hebben
vyf Meeldraadjes, met fpitfe Koodsachtig
uitloopende Meelknopjes en een ftompen Sftyl,
zonder Stempels , zittende op een onvolmaakt
Vrugtbeginzel.
(8) Goudsbloem met Jlomp Eyronde ^enigermaate
getande Bladen en eene leggende Franco/a,
Heejlerige Steng. Heefterigc‘
Ia
(g) Caltndula Fol. obovatil fubdenutis, Caule Frut cofo
decumbente. M>l l . U >?9 T. 283. BERG. Ca?, 314. Cs-
IcnduU Fol. obverfe ovatis denticulatis, Caule perenm. R .
Lugdb j 31. Cal. Aft. Kellidis folio fucculëuto fruteseens.
Kahric. Helrofl. 14 9.
Jï, DEEL. XL STUK.