IV* Bergen van Lapland, O o 11 en ry ic, $:w i tze rlan d
^XdV*'en Groot Britcannie, zegt L in n^ojs. We-
Hoofd.* gens de Gelhlte. hadden foramigen dit- Kruid
stu* . onder de• Telephium geteld en T oüusefort
jtgtmati'fßaafa bet tot een Sport yan Anacampjeros, maar
H a l l e r noemt het Sedutn, of, Huislook van
yerfchillende Sexm^dat Zaagt andige Bladen heeft,
de Bloemen in zeer digte Kroontjes, C lus i us
geeft het allereigenst den naaoj van Rhodia
radix, dat is ■ Roozenwortcl, dien het nog in de
jneefte Taaien yan Europa voert, wegens den
Reuk der Wortelen. £eer overvloedig vondt
hy h etzelye op de Rotfen van de Bergrug Durren
ftein, daar het hem voorkwam met; bleeke
pf roodachtige Bloemen. .
Uiteen dikken,,Heutigenv Knobbelige’n Wortel
fchiet dit Kruid veele ropde Stenge.tjes van
ongevaar een Voet hoogte , met Bladen die
Wigvormig en aan de kanten diep Zaagswyze getand
zyp. Het brengt Tuiltjes voort van Bloemen,
als gezegd is , dikwilsgeel, de Manne-
lyken ookwel voorzien met Vrugtbeginzels , doch
jnisdraagende ; terwyl. de yrouwelyken ;van
drie tot zeven rosfe Zaadhuisjes .hebben, zegt
H A L'
'Midi 417i H . 1 Ctif, 470'. R; I.ugdb. 457. Rhodia radix. *C.
B- Pm. 2g«, CLua. Hiß. II- p- 6$, R‘AJ. Hifi. 69o. Té!é-
phium luteum^miniis, ’Radice Rofahl isSolente. MORis.'■ £/(/?.
311. p. 4 68. S. 1 1 . T, 10. f. 8. Oed. Dan. 1S3. Radix RI10-
dia. Lob. Ie. 391. DOD. Pempt. 347. Anaeatnpferos Radice
Rofam fpirante major öc nainor.
W m
HStF/K** *2É!!5 êêê
ï o i K 1 260
Ma l l e r , welke een zeer fyn Zaad bevat- IV.
ten AfdeflI
. > KXIV*
Öp de Eilanden Ferröe, waar dit Kruid,zö Hoof^
wel als op Ysland , overvloedig groeit, wordtsïü2*
liet Hielproed, dat is Heïpwortel genoemd, wegens
de uitmuntende kragten, tegen *t Scheur-;
buik, waarfchynlyk in Gorgeldranken of Mond-
Spoelingen, daar aan toegefchreeveri- DeVVor-
kel, naamelyk, fs famentrekkendë en geeft door
ÏJeftiflatiê een Roozewater uit. De Alpifchè
Berg- Valeijen vervult het fomtydsmet een aan-
genaamen Geur. Een iJap van het Kruid, op
’t Voorhoofd gelegd , doet de Hoofdpyn be-
daarën. Het wórdt van de Groenlanders tok
Spyz'e gébruikt.
Van de Negehmanhigén koinén de twee volgende
Geïlagten voor.
M e r c ü r * a l i s; Bingelkruid.
In dit Geflagt is de Kelk driedeelig, zóndek
Bloemblaadjes, in de Mannetjes van negen tot
twaalf Meeldraadje^ hebbende, niet Kogelronde
tweelingfe Meelknopjes; in de Wyfjes tweë
Stylen en een Vrugt die uit twee Zaadhuisjes
beftaae, welke ieder, een enkel Zaad bevactem
Daar komen in de vyf volgende Soorten.
(1 ) Bingelkruid met een zeer eenvoudige Stefig i.
en ruuwe Blddeii. ' ' fc?Ze*rj f :
tti nis. T‘n~
Oveiblyi
(O Mtrtari&Us Catile liltspiicisfiniö 9 fol, fcabris. Syfi. vead,
A a II. DEEfe, XI, STUK,
m 7W:
m