Atoeei Hangbast met de Bladfleelen van breedte
xxii. ' als de Bladen en eene Wortelende Stens.
H oofdstuk.
Dit Gewas noemde Rdm ph io s , onder
pikos V6ele anderen> het danhangzel der Boomen en
/condens, onderfcheidde hetzelve, doordien de Bladen
Klimmend.ajs dubbeld zyn , het een op het ander groeit
jende. Het klimt met' de dikfte Ranken, ge«
lyk het Bofchtouw, by de Stammen en Takken
op, en laat de anderen nederhangen. Op
Ceylon kwam het voor , met Bladen, welke
een gevliesden Steel hadden , naar die der
Oranjeboomen gelykende, en droeg eetbaare
vrugten, rond en rood, als Aardbeden. Van
het Ambonfche wist R dmphi os geen ander
gebruik, dan dat men het hart der Ranken ,
gelyk het Rotting-Riet, tot binden gebruikte«
By de Inlanders , aldaar, werdt, het,.zo wel als
andere dergelyke Aanhangzels!, Tapanawa ge;
heten.
ir.
Acaulis,
O n g e mengd.
fa ) Hangbast met Lancetvormige effenrandi-
ge ongeribde Bladen,
Een
(O Ptthoc Petiolis latiftidine Eoliomm Sec. Syfl,mt.XlU
Gen. 1031. Vei- XIII. p. 691. Totha. Fl, Z e il 3*9. öurm.
ZcyL. 197. Burm. FL lnd, p. 193. Appendix duplo folio.
KVMFB. Amb, Vï p. 490. T. 184. f. 1 } z 9 3, Ana-parua.
H, Mal, VU. T. 40.
( z ) Potiis Fol. Lanceolatis integerrimis enemis. Sp, Plant,
l«7f- Fothos acaulis. jAcq. Am. Hifi. 240. T. IJ3. glmtt
iimominata» Simt, Amtr. T. }J,.
M i
G v N A i) R 1 A. 2Ö7
Een ongefteelde Plant, (die op de Boomen 1W
groeit en overblyft, in geftalte naar de Aloë
gelykende,) als deeze , werdt door den Heer Hoofd*.
J a c q u 1 n in groote Berg - Bqsfchen, op *tSTUIC*
Eiland Martenique, gevonden. Derzelver Bla- jr*oly*K~
den waren langwerpig Wigvormig gefpitst, ef-
fenrandig , glad , kort gefteeld , Lederachtig ,
eenigermaate fty f, komende uit den Wortel
voort, lang anderhalf Voet of meer. Zy hadt
ronde Bloemfteelen van e,en Voet, zo dun ,
dat de Ingezetenen het deswegen Queue de Rat
of Rotten - Staart noemden. Hy beeldtze af;
waar uit blykc , dat dit Kruid grootelyks van
het voorgaande verfchille. De Vrugtfteel is
geheel bedekt met tweeflagtige Blommetjes van
vier Blaadjes , met vier Meeldraadjes , ieder
twee Meelknopjes hebbende. De Bloemfchee-
de is een fmal Grasachtig, agterover geboogeq,
Blad: het Vrugtbeginzel langwerpig, vierhoekig,
zonder Styl. De Vrugt beftaat uit langwerpige
, fpits gepunte , vierhoekige Besfen:
doch hy hadt dezelve niet ryp gezien.
(3) Hangbast met Lancetvormige, effenrandi- in.
ge , drieribbige Bladen, de Vrugtfigd aan uZalta
de tip driekantig. Lancet-*
vormig.
(4) Hangbast, met. Lancetvormige gekartelde ïv.
Bladen, t -i Cordaui
' " Hartvor-
(3) Pathos Fol, Lanceolatis integerrimis &c. Arum Fol. rigi» m‘£*
iisanguftis et acuminatis. Pjlum- Amer. 47. T.6z, f il T. 10S.
(4) Pot hes Fol. Lanceolatis crenatis, Arurp
«uminatis et pcrgainaceis. ÏLVM. Sp, 4, Ie, 39,
f j l
I S
m
,-wm
i f i
; *3
f e l