Flores Foeminei in eadem Arbore.
C a l y x nullus. Pencarpium ovatum Germini-
bus te&um.
C o r o l l a nulla.
P i s t i l l u m. Germina con vexa, frequentis*
iîma , .fexangulata. Stylus unicus ,
Filiformis perfiftens. unicum
vel duo , Capillaria , revoluta, Li*
neam longa.
P e r i c a r p i u m . Drupa ovata, muricata s
Carnofa multilocularis. Nuces multiplia
ferie imbricatæ , ovatas ,
oblique triquetrse , Tunica teoui
veftitæ, magnitudine Juglandis. Nil*
cleus albus.
De bekaopte Geflagts • Kenmerken der R a .
d e m a c h i a zyn dan, volgens zyn Ed., de
Mannelyke Bloemen tweebladig , zonder Kelk,
met één Meeldraadje : de Vrouwelyke zonder
Kelk of Bloemblaadjes, met één Stylof Stamper
en een Vleezige Vrugt met veele Zaad»
hokjes. Hier van telt hy twee Soorten als
De Vrouwelyke Bloemen op den zelf den Stam.
Ï3e K e l k ontbreekende. Een Eyronde Stoel»
met Zaadbeginzels bekleed.
Ceen Blo emb l a a d j e s .
De St amp e r . Menigvuldige, verhevenron*
•de, zeshoekige Zaadbeginzels. Een enkele
Styl, Draadachtig, blyvende.
Een of twee Stempels, Haairachtig»
omgeboogen, een Linie lang.
Dc V ït u g t E'yrond, gedoomd, Vleezig, veel-
hokkig : Nooten bevattende die in
veele ryen op malkander leggen,
Eyrönd, fcheef driekantig,met een
dunnen Dop bekleed, van grootte
als een Ockernoot; waar in een witte
Kern.
fx ) Rademachia met ingefneeden Bladen.
©eeze, die de Nederlanders Broodboom noemen,
heet in ’t Maleitfch, naar zyhedrieVer-
fcheidenhedeh , voorgemeld , Soccun Capas of
Katoen-Soccus^ Soccun Bidji of Korrel-Soc-
cus: Soccun Utan of Wilde boccüs. Hy maakt
omftreeks Batavia een regtopftaande Stam, van
bo*
( i ) Rademachia Pol. ïnciGs. Thunb. Ms. Soccas LanofuS
feu Soccus Capas vel Katoen • Soccus* Boom« Rumph, *4mb.
I. p. iio . Tab. 3z. (S. Soccus Granoms feu Soccun Bidji
Vel Korrel - Sóccus - Boom. Rumph. Amh- !• p. 1 r i . Tab. i j .
Soccus filveftrïs feu Soccun utan , vel Wilde Soccus-
Boom. R«mph. Amb. I. p. 114. Tab. 34. Attocarpus. Foasr.
C b a r . G e n - P*I01* T* 5I- F f
II. DEEL. XI* STUK,
ï .
‘È.ademti.
chia incxfa.
Gefnip-
perde.
PI, LXXVIc