m
a64 E e n h ü i z i g ë K r u i d e n .’
Aj^ ’eu donkerer of bleeker. Deeze Staarten, bovenuit.
- XXIII. groeijende, beftaan uit Mannelyke en Vrouwe«
H oofd- lyke Bloempjes , waar van de laatften, in een
S.TUK. rondachtig Doosje , *t welk overdwars , gelvk
alge. & een Savonetdoos, open gaat,een wit Zaad, dat
fomtyds ook wat roodachtig is, en zeer klein,
uitleveren.
De afkomst van deeze Ratteftaart - Amaran-
then, die federt eenige Jaaren door kweeking
zeer verfraaid zyn , wordt uit Peru, Perfie en
Ceylon , gerekend. Meer dan twee Eeuwen
zyn dezelyen reeds in Europa bekend geweest,
als blykt uit C lus ius , die haar onder den
naam van Quinuay of zeer groot Peruviaanfch
Maijer, voordek, waar van het Zaad tot Spyze
en de Bladen tot Moes konden verftrekken.
xxut.
Amar&n*
thus fpino*
/us.
Gedoornde,
C23) Amaranth met vyfmannige Cylindrifche.
opjiaande Trosfen en Doorntjes in de O-
xelen,
Deeduhfch
Flor« w , its ’t Engelfch Flower geutil, wegens de
bevalligheid det Bloemen, en, om dat zy verfcheide Jaaren
d'Juren , immortelles of Onverganglyke , geheten. Zie ook
Rump# Amb v. p, 23s, T. 84.
( * d Amarant kus Racemis pentandris Cyiindricls ere&is,
Axillis fpinofis. H Cliff. 444. R. Lugdb. 419. Goüak
JHonsp 488, Fl Zeyl. 338. GKON■ Flrg. 148, Amaranth.
Ind Spin- Spici Heibacea. Hekm. Lugdb. 51. t . 33, Bli-
tum Sp npfnm. Rumph. Amb. V. p, 134. T.8,3. f. I.BURM,
Fl. Ind. p. apo*
Deeze onderfcheidt zig van alle de andere jtfj
Soorten , dopr haare Doorntjes, welke, aan Afdeel;
den voet der Bladen, gepaard voorkomen. Men
heeft dezelve, uit Oostindifch Zaad, in deEu-ST°°*D*
ropifche Tuinen geteeld en voortgekweekt. ’% p,nta
Gewas wordt twee pf drie Voeten hoog en heeft
Sappige Stengen, met Bladen als die van 't ge-
meene Maijer , maar fmaller , welken men in
ïndie, even als de anderen , tot Moes gebruikt.
De Bloemen komen Aairswyze aan den top der
Stengen en langs dezelven Krppswyze voort,
zynde groenachtig van Kleur. Het Kruid wordt
pp Java , in ’t Maleitfch , Bajang Baduri of
Vourio dat is Gedoomd Maijer5 geheten; on«
der welken naam ik niet alleen hetzelve Iterk
gedoomd , maar ook veel kleinder, en mis-
fphien jonger, bekomen heb, zonder Doorntjes.
Het valt ook in Westindie f*)»
b E £ A.
De Kelk is , in dit Geflagt, vyfdeeïig, zo
wel als de Bloem, die een Cylindrifch Pypach-
tig Honigbakje heeft, in de Mannelyken, ter«
wyl de Vrouwelyken een Vrugt uitleveren , die
in zes Hokjes zes enkelde Zaaden bevat. Daar
komen in voor, de twee volgende Soorten.
m
(*) Verfcheide Soorten van Maijer zyn , dooi FORssAOqt,
in Egypte en Arabie gevonden.
R f