IV. Alexandrie, in Egypte, kwam hem een Soort
xff.L’ van Samorie voor, de Steng een Voet hoog
Hoofd- hebbende, welke hy, wegens de puntige Kelk-
STUK. fchubben , Gefpitjle tytelt.
xxxiv.
Babltonica. C34) Santorie met rappige Kelken; de Bladen
Babyïön- e eniger ma at e Wollig , aflpopende onverdeeld
i de Wortelbladen Lierachtig.
Een Steng van zes Voeten hoogte, die van
*t midden tot den top met Bloemen bezet en
door de afloopende Bladfteelen gevleugeld is,
onderfcheidt deeze Soort, welke bevoorens tot
het Zaagblad was betrokken. Het Blad , dat
B a ü H i n u s van de Jacea Babylonica uit den
Tuin van C o n t a r e n u s hadt bekomen, was
een Elle lang, in ’t middeD meer dan een Handpalm
breed , en in den omtrek eenigermaate
gedoomd. De Bloemen van deeze Soort zyn
geel.
xxxv. (35) Santorie met rappige Kelken en onver-
Gweede** deelde effenrandige ajloopende Bladen.
bladige. In
f 34) £ entaurea 0 *1, Scariofis , Fol. fubtomentofii &c.
Mant. 460. Serraiula Babylonica. Sp. Plant, 1148. GOUAN
Mensp. 4al, Rappnticoides lutea altisfima, Va il l . Mem.
1718, p. 229. ]acéa altisfima laciniato folio. C. B. Pin. 23j.
j . Babylonica. Prodr. 129» Jacéa maxima. Alp. Exot. T.
Z$2 .
( jj) Centaurea Cal. fcariofis , FoU indivifis integerrimis
&c. H. Cliff'. 4.21. R. Lugdb. 142. Gmkl. Sib. II. p,
Cent. majus Oi. eieftum Glafti folio, Fl. luteo. COMM.
Rar, T. p, 39.
In de Levant en Siberie groeit deeze, die
in de Tuinen vier Voeten hoog opfchiet, heb* XXI.
bende een gevleugelde, getakte Steng,metgee-Hnow.
Ie Bloemkoppen aan *t end, m verzilverde ge-
fchubde Kelken. De Bladen zyn Lancetvormig
eelvk die van Weede, en als met Afch beftoof06)
Santorie met rappige Kelken en Wollige J g g ,
Bladen ; de Wortelbladen Lancetvormig, conifera.
de Stengbladen Vindeelig : de Steng een- Ugyc> p
voudig.
De Hoofdjes als Pynappeltjes ondeffcheiden
deeze , die ook geheel grys is, naauwlyks een
Voet hoog. Zy heeft de Kelkfchubben door*
fchynend glanzig, de bovenften paarfchachtig,
en den Wortel Spoelvormig zwart. Het Zaadpluis
is , volgens D i l l e n i c s , gepluimd.
Natuurlyk komt zy by Montpellier, op Zandige
Steenige plaatfen , voor., Zy blyft over ,
gelyk de meeften van deezen Rang,
D. S TOE B i E . Met gepalmde Doorntjes aan
de'Kelken.
(37) Santorie met Palmdoornige Kelken en
•00- uitge-
gegulpce.
,( i r t Centaurea (Cal. fcariofis , Fol. tomentoGs &c. R. •
tL i7U GOUAN MonS^ 9'
na incana Capite Pim. C. B. Pin. 272. MM- Dtff. T. ui»,
Chamsleon non aculeatus. LOB. .
IX. DS£L. XI. STUK;