IV. tjes, die mïsdraagen , en één Vrouwelyk, dat
'Afdeel. Zaad voortbrengt, ’t welk ook tusfchen de XXI. u
Hoofd» Kelkblaadjes is beflooten. De Heer M a r t i n
»tuk. heeft deeze beide Planten in Plaat uitgegeven*
Noodzaaklyk‘
Tet!-•wyvery, B A L T I M O R A.
De byzondere Kenmerken zyn: een KafBge
Stoel, geen Zaadpluis; een Cylindrifche veel-
bladige Kelk; een yyfbloemige Straalkrans.
Dit Geflagt heeft zynen naam van de Stad
Baltimore , in Maryland , by welke bet groei-
jende is gevonden. De eeaigfte Soort, naame-
*'4 lyk, van hetzelve f i ) , die veel gelykt naar de
retia. Milleriaas, doch zig door het gemelde genoeg-
Stokkige. zaam onderfcheidt. Van de EDgelfche Kolonisten
wordt het Stickweed, dat is Stokkruid geheten
, zegt P l ü k e n e t ; waarfchynlyk om
dat de Stengen tot Wandelftokken gebruikbaar
zyn, of om dat het Stokkig groeit. De SteDg
was in de LJpfalfche Tuin, maar twee Voeten
hoog, vierhoekig, aan de zyden diep gefieufd ,
met korte zytakjes; de Bladen gepaard, ge-
fteeld , Eyrond gefpitst, Zaagtandig, fyn ge-
haaird. Aan ’t end draagt het kleine Tuiltjes van
geele Bloempjes en gelykt veel naar het Kruid s
dat men Bidcns noemt.
S l L -
fs) BaUiinoia. Ma»:. 2*8. Vtg- Xtlï. Gen. ï j i j . p. 6j7.
Chryfanthertnum Americanum Caule Alato , amplior. Pollis
ityiatis öcc» Pl vk , Mant. *6. T. 34*. £ 3»
t'&hÊlFjStStN ■ ■ ■
Y N G E N I A» i f
S i L p h i o M. Zonnekroon. ,A
fdeél«
XXI Of st wegens het Loof , dan wegens de ma- Hqofd’„
mier van groeijing en Geftalte zy , dat onze stuk.
Ridder den naam van Silphium, ia ’t Griekfch Potygamu
Silphion, waar mede de Ouden het Laferkrüid, *
welk tot de Kroontjesdraagende behoort*, be- * zie
doeld hebben , hier tot een Geflagtnaam voor bi, sö.
eenige Noord - Amerikaanfche Kruiden gebruike,
Weet ik niet. Ik zal dit Geflagt, om dat het als
KroonsWyze Zonnebloempjes draagt , Zonne-
kroon heetem Hy bepaalt hetzelve , als den
Stoel Kaffig hebbende: het Zaadkuifje uitgerand-
tweehoornig ; den Kelk rpuw. Het bevat dé
zeven volgende Soorten.
( I J Zonnekroon met de Bladen overhoeks, s^hlm
Vinswyze uiigefneeden, iaèihiaMtm
Gefnipöwi4.
In Noord - Amerika aan den Misfifippi Stroom
groeit dit aartige Gewas, dat men in de Üpfal-
fche Akademie - Tuin , als een overblyvende
Plant, in ópen Grond, gehad en gehouden heeft,
bloeijende jaarlyks in de Herfst,doch geen ryp
Zaad geevetide. Het is een der hoogst opfchie-
tende van alle bekende Kruiden; hoedanig de
meeften aan die Rivier zyn. Het maakt, naa-
melyk, een Steng van wel tien of twaalf Voe*
ten
0) Silphium Fol. alternis pinnato« ünuatis. Syjl. Nat,
XII. Gén. 9*6. Vtg. XUI. p. 657. Linn. Tm . LTi 3.
E a
§
■
■
at
1 v*’
I1H9