IV. leertje , van grootte als een Oranje-Appel en
AFriïEL, van dergelyke figuur, den Bast Oranje hebbeo-
B^ofd1' de met groenachtige Vlakken, die door de ryp-
stük. heid wit worden. Het heeft een zeer aange-
„Wb. caamen Reuk, doch laffen Smaak. Sommigen
'****' hebben het Perjifch genoemd , hoewel het Zaad
van de Kust vanBarbarie, en wel uit Marokko,
overgebragt zou zyn.
De bynaam Dudaim, die op twee plaatfen
inde Heilige Schrift voorkomt ( * ) ’, wordt by
de Thalmudiften genomen voor welriekende
Bloemen; als Violen of dergelyken. Op de
eerde plaats fchynt zy , veeleer, zekere Vrug*
ten te betekenen, en hoewel men 'er de Man-
dragers-Appeltjes door verdaan heeft , is zulks,
dewyl die in de Ooderfche Landen niet groei-
jen, gantfeh ongerymd. Met meer reden, derhalve,
zou men om deeze Meloentjes denken
mogen, indien dezelven in Paleftira wild voorkwamen.
De Heer F orskaoiil bevondt , dat men
te Kairo, onder veelc anderen, dergelyke Soort
in de Tuinen kweekte en Schemmam noemde.
De Ranken hadt zy vyfribbig en ftekelig zo
wel als de Bladen , welke langwerpig Hartvor-
mig, fpits en Tandswyze uitgegulpt waren; met
geele Bloemen, in de Oxelen getropt. Zy droeg
Evronde zeer gladde Vrugteh , geel met rosfe
* Vlak*
M o N O I K I A.
Vlakken en een Waterig Vleefch, vol Zaad. ■
Men teeldeze om den fterken, niet onaange* xxill.*
naamen Reuk, doch zy werden niet gegeten. Hoofdstu
k.
(7) Komkommer die ruig is , met de hoeken vu.
der Bladen onverdeeld en getand; de Vrug * “T™/.
ten Spoelachtig, Haairig, aan beiden enden Arabifche.
verdunnende.
Een Komkommerachtige Vrugt der Egypte-
naaren , waar vhn A lp in os de Afbeelding
geeft. Ha s s e lQüist noemtze de Koningin
tier Komkommeren , en houdtze voor de Ab-
dellavi van dien Autheur, een langwerpige
Meloen van eenalleruitmuntendflen Smaak,die
nergens dan by Kairo geteeld werdt. Blyk*
baar, nogthans, is dezelve, uit de befchry ving,
van de Chatè verfchillende; welke Plant geheel
ruig is, en ook de jonge Vrugten Haairig,
de volwasfene glad heeft. F orskaohl, niettemin
, zegt dat Abdéllavi de Arabifche naam
js van deeze, die in Egypte by geheele Akkers
wordt geteeld. Men bereidt ’er een aangenaa-
men Drank van,door aan ’t boven-end een Gat
te maaken in de Vrugt; dan met een Stokje het
Merg door één te roeren; voorts de Vrugt,
zo
(7) Cucumis hirfutus, Pol. anguüs integris dentätis &c.
HAssELq >t. 491. Cucumis /Egyptius rotundifolius C. B.
Pin ,10. Chat£. ALP. . 114. T. U6. VESL. p, 47.
FOB8K. Fl. j&gypt, Ar ah. lös.
x 3