IV. In Paledina nam Hasselqu ist deeze
* $ £ - waar, die de Steng omtreDt een Voet hoog hadt,
H oofd* met korte Takken; aan ’t end eenzaame Bloe-
stuk. men. £)e stekels eens zo lang als de Kelken»
^stVtüviy*-8eeï en in midden twee kleine Doorntjes
verf- tegen over elkander : de Bloemen geel, van
grootte als de Kelk, gelyk geftraald. De on»
derde Bladen zyn Lierachtig ingefneeden.
fj6 ) Santorie, de Kelken glad hebbende, met
een uitfieekend, byna Doornig , Borftel-
tje; de Bladen Lierachtig gefchaard ,
Zaagtandig.
Deeze kwam C l ü s i u s overvloedig om-
ftreeks de Stad.Salamanca, in Spanje, aan de
kanten der Akkeren en Wyngaarden voor. Zy
groeit ook elders in de Zuidelyke deelen van
Europa. De hovende Stengbladen zyn Lancetvormig
, met Doorntjes getand ; doch de
Kelken hebben maar zeer kleine Bordelige
Doorntjes, aan ’tend derpaarfch getipte Schubben.
’t Gewas, dat overblyft, heeft de Steng
van een Elle of meer hoogte.
O 7) San*
LVï.
Centaur
Salmamica
Salmantifche.
( s6) Centauren Cal. Setulä fubfpinosa exftante glabris
&c. H. Cliff. 4*i. R. Lugdb. 138, N. 3, Gouan Monip.
461. jAcq. Hert. T. 64. Jacéa major, Fol. Cichor. La*
nuginofis. C. B» Pin. 273. MORIS. UI* S. 7. T. 26. f*
ï 4. Stoebe Salmamica, prior. CLUS. Hiß. II. p. s, Htspan,
T. p. 3 «o.
!'V.11
■
(57) Santorie met de Kelken Borfieliggedoomd;
de Bladen afloopende, onverdeeld en Zaag- XXIt
tandig met Doorens. stuk? *
(yg) Santorie met de Kelken geheel eenvoudig Lvn.^
gedoomd; de onderfie Bladen Vindeelig , Ctchoracea.
de bovenfien Lancetvormig; de Bjo$mfiee- ieySa^ ge,
len zeer lang. Jrtl UvTilCuA.t Am
( f9) Santorie met Kelken Borfielig ge-£ doom.
doornd; de BMeiTLcmcetvormig gejteeld; UK.
aan den voet getand. vreemde?
Geen onaartige Bloemplanten zyn deeze,
waar van de eerde op den Berg Argentiera, een
der Alpen , aan de Grenzen van Dauphiré en
Savoije, gevonden is: de tweede in Spanje ;de
derde in de Zuidelyke deelen van Europa groeit.
Deeze laatde heeft een grooteGoudgeele Bloem.
Indien de. tweede de Koornbloemachtige van D o-
d o n é u s is, dan moet zy ook de Groote yacea
van L ob e l zyn, welke de Bloem paarfchach-
tig met g e e l gemengeld heeft; de eerde, met
Ci*
f 57> Centauren Cal, Setaceo- Spmofis Scc. Jacéa Fol. Cichorei.,
alata, FL purpureo. T ill. Pis. 84. T. 27- ^
(58) Centaurea Cal. fimplidsfime Spin. &c. R. Luzdb.
141. N. 2*. Jacéa Cyanoides echinato Capite. C. B. Pin•
272. Cyanoidei Flqs. Dod. Pempt. 251. Jacéa major. L ob.
lc. 54x.
(5 9) Centaurea Cal. Setaceo • SpinoGs &c. H. Cliff 42?.
R. Lugdb 141. N. ~6. Centauteutn majus, Folio molliacu.
ïo Laciniato &c. BOERH. Lugdb. I. p. 144.