van den Wel Edelen Geftrcngen Heer RA*
d ü kma c her , voorgemeld , berigt ontvan*
gen , dat deeze Vrugt agt of negen Duim lang
valt, doch een weinig dunner * zynde eer langwerpig
dan volkomen rond ; zo dat de grootte
ongevaar moet zyn als eeris volwasfen Men«
fehen Hoofd;
Op Java, zegt zyn Wel Èdeie, groeit ook
de K orldraagende, Soceus Granofus by R um-
ph i u s genaamd , en Soccun Bidji of Timbout
fey de Inlanders, welke vol Pitten is en dus
Zaad-
R a d è m a c 'h i a .
Monoikia monandria. .
Flores MasculL
C a Lyx: nullus. Amentum Cylindricum, fuper-
ne fenfim incrasfatum, Spithamasum
Floribus totum tettum*
C o rol l a dipetala. Petala oblonga , conoa-
va, pbtuia , villofa, albas Filamentum
includentia*
Stamen unicum intra fihgülam Corollam, F!«
iiformé , diaphanum , album , Co-
rollas longitudine, Anthera pyrami»
dalis , fiava,
Zaaddraagende* De Waarneetfiing, ten dien
opzigte, maakt de btfchryving vandeezen aan.
tnerkelyken Boom volkomen , gelyk dezelve
door deri Heer Doftor T 11 o n b e r g , ter
plaatfe zelf is opgemaakt, als volgt (*).
R a d e m a c h i a . #1 fw p
Eenhuizige eenmannigen.
De Mannelyke Bloemen.
De Kelk ontbreekende. Een Rolronde Kat *
opwaards, allengs dikker, een Span
lang, met Bloempjes t’eenemaal ge-
dekt.
De B l o e m tweebladig, De Bloemblaadjes
langwerpig , holrond , ftomp, pluizig
, wit , het Meeldraadje influitende.
Eén M e e l d r a a d j e in ieder Bloempje,
Draadachtig dun, doorfchynend, w it,
van langte als de Blaadjes. Het
Meelknopje pieramidaal , geel van
Kleur.
De
(*) Ik deel het volgende mede , uit een eigen Latynfch
Handfchrift van den Heet TfiUNBEKG , my dooi zyn Wel
Ed. Geftrenge bezorgd.
IJL, DEEL. XI. STUK,