IV*
Afdeel.
XXI.
Hoofd«
«tuk.
‘ lil.
Villa
Pinnata.
Gevinde.
IV.
Lanceolata
Lancetvotmige.
V.
Primalifilia,
Hanvorraige.
VI.
fiirtä»
Ruige.
(2) Viool met Vindeelige Bladen.
(4) Viool met Lancetvormige gekartelde Bladen°
Cf) Viool met langwerpige, byna Hartvormi-
ge Bladen en Vliezige Bladjteelen,
Alle deeze komen in Noord • Amerika, en m
•’t byzonder in Virginie voor, behalve de Derde,
die op de hooge Gebergten vaD Europa ,
doch ook, zo wel als de beide volgende, in Si*
berie groeit. De gefteldheid van het Loof is genoegzaam
jaangeweezen. De vierde Soort, uit
Kanada door K alm gebragt , fcheen in Blad
een weinig van de Siberifche te verfchillen, en
hedt de Bloemen kleiner. De laatfle, eindelyk,
heeft Bladen , veel naar die der gewoone Primula
Veris gely kende. De eerfte en laatfle heeft
de Bloemen wit , de tweede driekleurig; de
derde en vierde paarfch Violet of bleek blaauw.
Allen zyn het kleine Plantjes, gelyk onze Driekleurige
VioleD.
(6) Viool, die ongeftengd is, met Hartvormige
Haairig ftekelige Bladen. Deef
j ) Viola acaulis Fol. Pinnatifidis, Viola montana Folio
multifido- J. B. Hiß. III. p. 344- HALL. Helv. inchoat. I.
p. i 4Iw GmEL. Sik IV. T. 49' t‘ 4»
(4) Viola acaulis Fol. Lanceol. ctenatis. Gmil. Sik IV. T,
49- f. *•
(s) Viola acaulis Fol. oblongis fubcoidaeis, &c. GR.ON,
Virg. i 3j.
(6) Viola acaulis, Fol. Cord. Pilofo-hisp. Mant. 483. Ft.
S ï N G E N I Ä» 133
Deeze, die in Bosfehen der Noordelyke dee* IV.
len van Europa groeit, kruipt niet gelyk de
Tamme , en maakt ook geen Stengetjes gelyk ejoofd-
de Wilde Violen; maar zy geeft uit een taame- stuk.
lyk dik Worteltje lang gedeelde Bladen , die
Hartvormig , en , zo wel als de Steden, van
onderen Haairig zyn. Haar Bloemfteeltjes, veel
korter dan de Bladen zynde, hebben een Sleufje
op de rug , boven de Blikjes. De Bloemen
gelyken zo zeer naar die der Tamme Violen ,
dat men dezelven ’er fomtyds mede vervalfcht,
of ze daar voor verkoopt. Zy valt ook in Berg-
Bosfchen van Engeland, Switzerland en de Heer
T hunberg heeft een Plantje, onder dien
naam, uit Japan gezonden.
(7) Viool )die ongeftengd is, met Niervormige
Bladen. $
Op vogtige Velden, in Sweeden, Engeland,*
en elders , groeit’ deeze , die door de gladheid
der Bladen meest verfchilt, hébbende ook paar-
fche Bloempjes , en het oneffen Bloemblaadje
tot aan de tip toe zwart geftreept.
(®J
Sue c. 71?, 78*. Oalib. F ar. 169. Viola Martia hirfuta ino-
dora. MORIS. Hiß. II. p. 47s, S. J. T. 3 5. f. 4 Viola Tia-
chelii folio. RAJ. Hiß. 1051. Viola. BBüMSS. Herb. I. p.
137. f. 3>‘ *;
(7) Viola acaulis Fol. Reniformibus. Hall. Helv. jol.
Fl. Suee. 717, 78«. Viola Paluftrls lotundifolia glabta, MOS,
Hm H. p. 475. S. J. T. 31- f- 5.
I 3
VII.
Viola
PalußriSt
Moeras.
m m
i.'» 'A
SB
f f i l
II« Beel. XI. Sïüs,