125 Samenteelige Kr u id en
Biaden Eyrond, byna Zaagtandig, lan-
ger dan de Bloembeden: de Zaadhuisjes
gezwollen*
O 7) Lobelia met een opgeregte Steng, de
Bladen Hartvormig , ejfen, flaauw Zaag-
tandig, gejleeld en een endelingse Bloemtuil.
De eerfte van deeze, te Suriname voorkomende,
is een overblyvend Heeftertje; dat zo
wel de Zaadhuisjes gezwollen heeft als de tweede,
die, gelyk ook de derde , in Virginie en
Kanada groeit. Deeze beiden zyn Jaarlykfe
Zaay-Planten. De laatfte is door onzen Ridder
, als een zeldzaam Gewas , uit den Clif-
A fdeel.
x v i r .
Lobelia
ClifjoTtiana.
CliffuKfche.
fortfen Tuin zeer fraay in Afbeelding gebragt
en befchreeven. Men vindt het ook door P lu-
m i e r , doch onvolkomen, voorgefteld. Het
hadt de Steng omtrent een Voet hoog , met
paarfchachtige Bloemen, Aairswyze tot een Tuil
vergaard.
Ci 8) Lobelia met de Steng byna opgeregt; de
onderfie Bladen rondachtig en gekarteld •
de bovenjlen Lancetvormig Zaagtandig;
de Bloemen getrost.
In
( 17) Lobelia Caule ere&o Fol. Cord. obfolete Deimtis
&c. H. CUP 42«. T. 26 Rapuntium Trachelü folio, florc"
purpurascente. Plum le. 25«. f z
( 19) Lobelia Caule «eftiusculo, Fol, inf. fubrot.' cienatia
ScC»
XXI.
H oofd
stu k.
XVIII.'
Urens.
Brandende.
Hffi s l
g V N G E N E S l A . Ï 27
In Vrankryk en Spanje wordt de Groeiplaats
gefteld van deeze Soort, die ook in Italië voor-‘ xxi»
komt. In de middelfte deelen van Vrankryk Hoofd-;
groeit zy by de Steden Blois en Solons zoover-5TOK*
vloedig , dat zy den bynaam daar van heeft
bekomen. De hoogte is omtrent een Elle of wat
minder; de geftalte als die der Kardinaalsbloe-
men, maar de Kleur blaauw. De Bladen zyn,
by den voet, als aangelymd. HetgeheeleKruid
geeft Melk, en de Wortel, inzonderheid, is
van een brandend heeten Smaak.
(19) Lobelia met de JVbrtelbladen Eyrond en
Mono&A'
Haairdunne Bloemfleelen.
Een Kaaps Plantje, naauwlyks een Duim
hoog ~ maakt deeze, dat een Stengetje heeft
van twee Duim langte , met ééne enkele Bloem.
De Kelk is langwerpig, Lancetvormig, opftaan-
de; de Bloem Trechterachtig; het Zaadhuisje
langwerpig. Naar de volgende gelykt het veel.
C. Met ingefneeden Bladen en leggende
Stengen.
(20) Lo*
&c. Loefl. hin. 167. Rapiinc. Galeatus Blefenfis f. Solo»
nienfis 8cc. MoaiS. Hiß. II, p. 4°7- s» T . 5- f. $6. Rapuntium
urens Solonienfe. Bocc. Sie. 20. T. 11. Drab»
Flore coeru'eo .Galeato, C. B. Pin. iio. Pr oir. j l .
(19) Lobelia Fol. RadicaUbus ovatis , Scagis Qapülttibus.
Mant. 2 9 z .
XIX.’ ?
Lobelia
minuta»
Zeer
kleine. r(rmlft!
» !
'i&rW-1
II
P I
\m \
I s