drukfoute isr
YAN HET
Tweede Deel, Tweede stuk.
Pag. 341, reg. 24 v. b. staat: Capisseae lees1
*> 391, 7 v.h. 1
» 392, » 8 v. h. ))
)) 393, » 1 v. b. i
» 394, )) 14 v. b. y>
» 395, » 22 v. b. »
T) 399, )) 12 v. b. ))
» 414, )) 16 v. b. D
)) 415, » 4 V. o. »
» 418, » 2 v. o. - »
)) 431, )) 18 v. o. »
» 435, » 16 v. o. »
)) 435, » 15 v. o. »
» 435, » 8 en 7 V. 0.»
» 436, » 19 v. b. »
» 439, m 2 v, o. »
)) 449, » 2 v. o. X
)) 475, y> 11 v. b. »
» 554, » 18 en 20 v. o. »
» 612, | 11 V , 0. »
i 619, 4 v. o. »
» 656, » 6 v. o. »
Carissea »
Leüconitis d
Plumeriae *
Echinocaigon »
Alstonica »
Uricola s
Myrioptera »
Genianthes »
C O LO T R O P IS
Cyrtoceros »
Pubescens »
Atherostema »
Jenkensia »
Periplocco »
Otoslemma ' ^ »
M ITROSACM E »
Nana „
Ilyogethos »
Oraptophyllmu »
Porphyroeorninae »
ACANTHOIDEA »
Carisseae.
Carisseae.
Leuconotis.
Plnmerieae-
Echinocaryon.
Alstonia.
Urceola.
Myriopteron.
Genianthus.
CA LOTROP IS.
Cyrtoceras.
pubescens.
Atherostemon.
Jenkinsia.
Periploca.
Othostemma.
MITRASAOM E
Nama.
Ilyogethon.
Graptophylleae
Porhyrocominae.
ACANTHOIOEAE.
OVERZICHT DER FAMILIES.
(Voortzetting.)
SERIES III. BICARPELLATAE. (Tweevruchtbladigen.)
Eierstok meestal boyenstandig. Meeldraden meestal met de
bloemkroon vergroeid, met de kroonlobben afwisselend en in
gelijk aantal als deze, niet zelden 1—3 rudimentair of ontbrekend.
Yruchtbladen 2, zelden 1 of 3.
Cohors 7. GEMTIA1TAL.e s .
Bloem r ege lma t ig; bladeren meestal tegenovergesteld.
Bloemkroon 4—5, zelden oo -lobbig of-spletig. Meeldraden
met de bloemkroondeelen afwisselend en in hetzelfde aantal
als deze of ten getale van 2, die met de yruchtbladen afwisselen.
Bladeren meestal tegenovergesteld, zelden bij sommige
Apocynaceae afwisselend of in kransen.
L XXXIII. Oleaceae. Meeldraden 2, met de yruchtbladen
afwisselend, zelden 4. Bloemkroon 4—5-, zelden oo -tallig.
Stijl enkelvoudig; stempel eindelingsch. Eierstok 2-hokkig;
eitjes in elk hokje meestal 2, aan het tusschenschot bevestigd.
Steunblaadjes ontbrekend.
LXXXIY. Salvadoraceae. Meeldraden en bloemkroon-
lobben 4. Eierstok 2 hokkig; eitjes in elk hokje 1—2, van af
de basis opgericht. Stijl kort; stempel breed. Rudimentaire
steunblaadjes vaak aanwezig. ')
j ‘) Het voor Nederlandsch-Indië opgegeven geslacht onderscheidt
zich van de Oleaceae ook nog door het bezit van doorns.